Herberg 't Koetje - 1920
Foto's -> Gebouwen -> Diversen(Amstelveenweb.com collectie - Gemeentearchief Amstelveen)
Foto van Café 't Koetje uit 1920
Foto van Café 't Koetje uit 1920
Aan de Amsteldijk Noord bevindt zich een woonhuis met een gevelsteen als weergegeven. Wat is de geschiedenis hierachter?
Bron: Amstelveen Acht Eeuwen Geschiedenis
Toen Reijmerich Fransdochter, poorteresse van Amsterdam, op 13 april 1592 een weer land gelegen aan de Amstel en genaamd 'het Breeweer' (Brede weer) aan Jan IJsbrandsz. van Oterlick transporteerde, kon zij niet vermoeden, dat op dit terrein later een van de bekendste buitenplaatsen van de Amstel zou verrijzen. In 1594 behoorden bij dit, weer vier henneptuinen, doch eerst in 1606 stond er een huis. In 1607 droeg het hele complex de naam van 'het Breeweer ofte jonge Costverloren'. 'Jong Costverloren' vindt men elders ook als "Nieuw Costverloren" aangeduid. De Edele Abel Mathijsz. Buren, burger van Amsterdam, was in 1619 koper. Van hem vererfde het op zijn achternicht Anna Burgh, die op 26 april 1650 gehuwd was met Dirck Tulp ridder-baronet schepen van Amsterdam en bewindhebber van de O. I. Compagnie. Aan hem ontleende het buiten de naam die het voortaan zou dragen: 'Tulpenburg'. De vader van Anna Burgh, Dr. Albert Coenraetsz. Burgh, was door Spinoza in het Cartesianisme opgevoed. Het verwondert ons dan ook niet. dat deze grote filosoof op 'Tulpenburg' een toevlucht zocht, toen hij zich in Amsterdam niet langer veilig voelde. Er was daar een moordaanslag op hem gepleegd en op 27 juli 1656 sprak de Joodse gemeente in Amsterdam de banvloek over hem uit. 'Tulpenburg' lag n.1. buiten het bereik van het Amsterdamse gerecht, dat wellicht ook iets tegen hem zou ondernemen.
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
De Portugees-Israëlietische begraafplaats Beth Haim in Ouder-Amstel
Op 'Tulpenburg' treffen wij Spinoza aan: 'studeerende bij zig zelven en arbeijdende aen sijn glasen slijpen, dewelke van sijn vrienden afgehaalt en tot zijn profijt verkocht werden.' Dat hij uitblonk in het slijpen van glazen, wordt bevestigd door het getuigenis van niemand minder dan Constantijn Huijgens. Op 'Tulpenburg' kwam Spinoza in contact met Herman Alberts. één der oudste Rijnsburger collegianten. Dit verklaart weer, waarom Spinoza na een kort verblijf op Tulpenburg', naar Rijnsburg vertrok, waar hij veiliger was dan in de onmiddellijke nabijheid van Amsterdam.
Na de dood van Dirk Tulp kwam 'Tulpenburg' in het bezit van een dochter uit zijn tweede huwelijk. Anna Catharina Tulp. Haar echtgenoot. Mr. Nicolaas Witsen. transporteerde het buiten in 1717 voor ƒ 34.000.- aan de heer David de Pinto Jr.. Toen diens vrouw, Lea Ximenes Belmonte overleed, tekende Bicker Raije in zijn bekende dagboek hiervan op (28 februari 1740): 'Is mevrou Pinto een seer rijke Jodin seer schielijk overleede en also het besloote waater was en considerabel veel Joden bij de begrafnis wilden assisteren tot Ouderkerk, waaren de rijtuigen onnoemelijk, van alle soorten, dat maar eenigszins voortkon. De arme Joden verliesen veel aan haar.'
De de Pinto's waren zeer bevriend met prins Willem IV. Deze bracht een bezoek aan 'Tulpenburg' op 6 augustus 1750. 'Verselt van 12 ruyters van de garde te paart', zo vermeldt ons Bicker Raije, die blijkbaar ook relaties onderhield met de de Pinto's, want hij blijkt voortdurend aandacht te schenken aan de wederwaardigheden van deze familie. Toen David de Pinto overleed, schreef Bicker Raije in zijn dagboek dat 'hij om sijn veele goede hoedanigheeden seer beklaagt wordt, doende veel goet aan alle menschen en sijnde considerabel rijk. Kort voor zijn doot is een Oost-Indies schip na zijn naam genoempt, dat nu in zee staat te gaan. Hebbende hij, so gesegt wort, aan genoegsaam alle de godtshuijsen deser stat legaten gemaakt.'
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
Op een zerk in Ouder-Amstel ligt een grafsteen met het opschrift van Daniel Pinto met
het jaargetal 5441 volgens de Joodse kalender, dat eigenlijk 1681 betekent
Op 4 maart 1761 noteert Bicker Raije: 'is door ongelukkige negotie of actiehandel het voornaame huijs van de heere de Pintoo's moete faljeeren'. De zoon van David de Pinto Jr., Aron de David de Pinto, anders genaamd André de Pinto, deed het huis nu geheten 'de hofstede genaamd Tulpenburg met deszelfs heerenhuijsinge. vleugels tot het koetshuijs, stallinge, orangehuijs, thuijnmanswoning, speelhuijsen, cabinetten, grotwerken, fontijnen met de landerijen daaragter, groot 34 morgen 300 roeden' voor een belangrijk lagere som ƒ 29.700.- over aan Cosmus Timmerman. Blijkbaar kocht Cosinus Timmerman het buiten voor de sloop want op 3 augustus 1761 eigenaar geworden transporteerde, hij op 21 september d.a.v. 'de heerehuijsinge, stallinge, koetshuis, schuur, oranjehuis, tuijnmanswoning, biljarthuis, coepels, boomgaarden, benevens de grotwerken en dat in 130 zijn vierkant tot aan de slingermuure daar de broeijerije thans is en de boomen tot aan de haag toe' aan Meinard Steenhouwer voor ƒ 14.500.-. De verkoper behield aan zich 'de opstal van de menagerie en het Labertorium en al 't kooper, loot en ijser aan de fontijnen annex'. In 1771 kocht Meinard van Cosmus eveneens het achterste gedeelte van de plaats voor ƒ 13.500.—.
De voorgenomen 'slooping' was dus niet doorgegaan en zelfs de grotwerken etc. waren nog intact toen Meinard in 1782 zijn bezit voor ƒ 30.000.- overdeed aan Johannes Clerk Sterk. Twee jaren later was echter het lot van 'Tulpenburg' bezegeld. Frederik Kaal wordt er voor ƒ 16.700.- eigenaar van en laat de gebouwen slopen, zodat er in 1791 niets meer dan een warmoestuin te vinden is. Na 1793 wordt er op de warmoestuin 'Tulpenburg' een boereninwoning gesticht, die er in 1809 reeds staat. De zoon van Jan Stadlander, Jan Jacob Stadlander, die het gesloopte geval gekocht had en daarop de boerderij liet bouwen, verkocht deze met 30 1/2 morgen in 1819 voor ƒ 900.- aan Pieter Kleijn veenman en landbouwer onder Ouder-Amstel die het bedrijf terstond verhuurde aan Jan Snel.
(Amstelveenweb.com - A.A.Sluijs)
Luchtfoto uit 1950 met van links naar rechts Amsteldijk nr 57-60-62. De laatste is Herberg 't Koetje
Later werd er een herberg gesticht, die de naam van 't Koetje' droeg. In 1965 schreven de kranten geschreven dat ook de herberg 't Koetje' zou worden gesloopt, daar de voortzetting van het bedrijf na het overlijden van de laatste eigenaar niet meer rendabel bleek te zijn. In een later verschenen krant van rond 1965, stond onderstaand artikel, geschreven door Jan Maarten Pekelharing
IJsberen in 't Koetje
Iedereen kent 't Kalfje. Minder bekend is dat verderop aan de Amsteldijk, in de buurt van de banpaal, herberg t Koetje stond. Anders dan 't (kleine) Kalfje bestaat 't Koetje alleen nog op foto's en in de herinnering van onder andere Anneke Brouwer. Ze woont aan de Amsteldl]k-Noord 62 exact op de plek waar 't Koetje heeft gestaan. Met haar ouders woonde Anneke aanvankelijk ernaast, op nummer 58 en zodoende weet ze goed hoe de familie Touw na de Tweede Wereldoorlog, de herberg dreef. Touw huurde het pand 't Koetje en het is indertijd een echte uitspanning geweest. Naast het café stond de paardenstal, met karakteristieke hoge ronde deuren. Bij 't Koetje zou volgens overlevering de diligence halt hebben gehouden. Op de jonge Anneke Brouwer maakte het een diepe indruk dat Touw in die stal - de gasten kwamen niet meer te paard - een IJssalon dreef, met als aandachtstrekker enkele ijsbeertjes. In oktober 1965, na het overlijden van de uitbater, ging de hele handel tegen de vlakte. De eigenaresse, mevrouw Bosse - van Dam had 't Koetje verkocht aan de gemeente Amstelveen. Pogingen van Touw Jr om 't Koetje te redden, liepen stuk op hoge verbouwingskosten.
Het Amstelveense gemeentebestuur dacht er niet aan om met een subsidie voor herstel over de brug te komen, 't Koetje werd zodoende definitief historie, hoewel de naam van de bushalte nu nog aan de herberg herinnert. Vanuit haar zitkamer ziet Anneke Brouwer uit op het bovenland, dat ooit tot het fraaie buiten Tulpenburg heeft behoord. Daar heeft de filosoof Spinoza z'n toevlucht gezocht, nadat in Amsterdam een moordaanslag op hem was gepleegd. De buitenplaats Tulpenburg kwam vele jaren later via-via in handen van een sloper, alleen een warmoestuin herinnerde nog een tijdje aan de buitenplaats. Ongeveer op de plek waar Tulpenburg stond, werd later een boerderij opgetrokken.
(Amstelveenweb.com - A.A.Sluijs)
Foto medio 1955 met van links naar rechts Amsteldijk nr 57-60-62. De laatste is Herberg 't Koetje
Weer later zouden herberg ‘t Koetje en de aanpalende stal verrijzen op de fundamenten van het vroegere koetshuis van Tulpenburg. Dat moet in de eerste helft van de negentiende eeuw zijn geweest. Meer dan honderd jaar heeft deze uitspanning dus aan de Amstel gestaan. In beide wereldoorlogen heeft 't Koetje, plaatselijk althans, een rol gespeeld: in de jaren 1914-1918 was er een clandestiene slachterij gevestigd en in de Tweede Wereldoorlog was ’t Koetje onder beheerder J.J. Touw een in de illegaliteit bekend onderduikadres. En nu woont Anneke Brouwer in een huis dat is gebouwd op de plek van de herberg. De foto uit de glorietijd van 't Koetje heeft ze te danken aan de Van Leeuwens van de siersmederij aan de Holendrechterweg in Ouderkerk. Voorouders van de Van Leeuwens kwamen van de Amsteldijk-Noord en hadden deze oude opname van 't Koetje bewaard. Anneke Brouwer kreeg er een afdruk van. Het mag misschien een nogal amateuristische foto zijn, ze koestert dit aandenken. Terecht, want het toont hoe 'haar' Koetje er in de goede jaren uit zag.
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
In de gevel van het huis, de voormalige herberg, is een gevelsteen gemetseld met het opschrift: 't Koetje'
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
Op de plaats van de voormalige herberg 't Koetje' staat anno 2009 een gewoon woonhuis aan de Amsteldijk-Noord 62
Bron: Amstelveen Acht Eeuwen Geschiedenis
Toen Reijmerich Fransdochter, poorteresse van Amsterdam, op 13 april 1592 een weer land gelegen aan de Amstel en genaamd 'het Breeweer' (Brede weer) aan Jan IJsbrandsz. van Oterlick transporteerde, kon zij niet vermoeden, dat op dit terrein later een van de bekendste buitenplaatsen van de Amstel zou verrijzen. In 1594 behoorden bij dit, weer vier henneptuinen, doch eerst in 1606 stond er een huis. In 1607 droeg het hele complex de naam van 'het Breeweer ofte jonge Costverloren'. 'Jong Costverloren' vindt men elders ook als "Nieuw Costverloren" aangeduid. De Edele Abel Mathijsz. Buren, burger van Amsterdam, was in 1619 koper. Van hem vererfde het op zijn achternicht Anna Burgh, die op 26 april 1650 gehuwd was met Dirck Tulp ridder-baronet schepen van Amsterdam en bewindhebber van de O. I. Compagnie. Aan hem ontleende het buiten de naam die het voortaan zou dragen: 'Tulpenburg'. De vader van Anna Burgh, Dr. Albert Coenraetsz. Burgh, was door Spinoza in het Cartesianisme opgevoed. Het verwondert ons dan ook niet. dat deze grote filosoof op 'Tulpenburg' een toevlucht zocht, toen hij zich in Amsterdam niet langer veilig voelde. Er was daar een moordaanslag op hem gepleegd en op 27 juli 1656 sprak de Joodse gemeente in Amsterdam de banvloek over hem uit. 'Tulpenburg' lag n.1. buiten het bereik van het Amsterdamse gerecht, dat wellicht ook iets tegen hem zou ondernemen.
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
De Portugees-Israëlietische begraafplaats Beth Haim in Ouder-Amstel
Op 'Tulpenburg' treffen wij Spinoza aan: 'studeerende bij zig zelven en arbeijdende aen sijn glasen slijpen, dewelke van sijn vrienden afgehaalt en tot zijn profijt verkocht werden.' Dat hij uitblonk in het slijpen van glazen, wordt bevestigd door het getuigenis van niemand minder dan Constantijn Huijgens. Op 'Tulpenburg' kwam Spinoza in contact met Herman Alberts. één der oudste Rijnsburger collegianten. Dit verklaart weer, waarom Spinoza na een kort verblijf op Tulpenburg', naar Rijnsburg vertrok, waar hij veiliger was dan in de onmiddellijke nabijheid van Amsterdam.
Na de dood van Dirk Tulp kwam 'Tulpenburg' in het bezit van een dochter uit zijn tweede huwelijk. Anna Catharina Tulp. Haar echtgenoot. Mr. Nicolaas Witsen. transporteerde het buiten in 1717 voor ƒ 34.000.- aan de heer David de Pinto Jr.. Toen diens vrouw, Lea Ximenes Belmonte overleed, tekende Bicker Raije in zijn bekende dagboek hiervan op (28 februari 1740): 'Is mevrou Pinto een seer rijke Jodin seer schielijk overleede en also het besloote waater was en considerabel veel Joden bij de begrafnis wilden assisteren tot Ouderkerk, waaren de rijtuigen onnoemelijk, van alle soorten, dat maar eenigszins voortkon. De arme Joden verliesen veel aan haar.'
De de Pinto's waren zeer bevriend met prins Willem IV. Deze bracht een bezoek aan 'Tulpenburg' op 6 augustus 1750. 'Verselt van 12 ruyters van de garde te paart', zo vermeldt ons Bicker Raije, die blijkbaar ook relaties onderhield met de de Pinto's, want hij blijkt voortdurend aandacht te schenken aan de wederwaardigheden van deze familie. Toen David de Pinto overleed, schreef Bicker Raije in zijn dagboek dat 'hij om sijn veele goede hoedanigheeden seer beklaagt wordt, doende veel goet aan alle menschen en sijnde considerabel rijk. Kort voor zijn doot is een Oost-Indies schip na zijn naam genoempt, dat nu in zee staat te gaan. Hebbende hij, so gesegt wort, aan genoegsaam alle de godtshuijsen deser stat legaten gemaakt.'
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
Op een zerk in Ouder-Amstel ligt een grafsteen met het opschrift van Daniel Pinto met
het jaargetal 5441 volgens de Joodse kalender, dat eigenlijk 1681 betekent
Op 4 maart 1761 noteert Bicker Raije: 'is door ongelukkige negotie of actiehandel het voornaame huijs van de heere de Pintoo's moete faljeeren'. De zoon van David de Pinto Jr., Aron de David de Pinto, anders genaamd André de Pinto, deed het huis nu geheten 'de hofstede genaamd Tulpenburg met deszelfs heerenhuijsinge. vleugels tot het koetshuijs, stallinge, orangehuijs, thuijnmanswoning, speelhuijsen, cabinetten, grotwerken, fontijnen met de landerijen daaragter, groot 34 morgen 300 roeden' voor een belangrijk lagere som ƒ 29.700.- over aan Cosmus Timmerman. Blijkbaar kocht Cosinus Timmerman het buiten voor de sloop want op 3 augustus 1761 eigenaar geworden transporteerde, hij op 21 september d.a.v. 'de heerehuijsinge, stallinge, koetshuis, schuur, oranjehuis, tuijnmanswoning, biljarthuis, coepels, boomgaarden, benevens de grotwerken en dat in 130 zijn vierkant tot aan de slingermuure daar de broeijerije thans is en de boomen tot aan de haag toe' aan Meinard Steenhouwer voor ƒ 14.500.-. De verkoper behield aan zich 'de opstal van de menagerie en het Labertorium en al 't kooper, loot en ijser aan de fontijnen annex'. In 1771 kocht Meinard van Cosmus eveneens het achterste gedeelte van de plaats voor ƒ 13.500.—.
De voorgenomen 'slooping' was dus niet doorgegaan en zelfs de grotwerken etc. waren nog intact toen Meinard in 1782 zijn bezit voor ƒ 30.000.- overdeed aan Johannes Clerk Sterk. Twee jaren later was echter het lot van 'Tulpenburg' bezegeld. Frederik Kaal wordt er voor ƒ 16.700.- eigenaar van en laat de gebouwen slopen, zodat er in 1791 niets meer dan een warmoestuin te vinden is. Na 1793 wordt er op de warmoestuin 'Tulpenburg' een boereninwoning gesticht, die er in 1809 reeds staat. De zoon van Jan Stadlander, Jan Jacob Stadlander, die het gesloopte geval gekocht had en daarop de boerderij liet bouwen, verkocht deze met 30 1/2 morgen in 1819 voor ƒ 900.- aan Pieter Kleijn veenman en landbouwer onder Ouder-Amstel die het bedrijf terstond verhuurde aan Jan Snel.
(Amstelveenweb.com - A.A.Sluijs)
Luchtfoto uit 1950 met van links naar rechts Amsteldijk nr 57-60-62. De laatste is Herberg 't Koetje
Later werd er een herberg gesticht, die de naam van 't Koetje' droeg. In 1965 schreven de kranten geschreven dat ook de herberg 't Koetje' zou worden gesloopt, daar de voortzetting van het bedrijf na het overlijden van de laatste eigenaar niet meer rendabel bleek te zijn. In een later verschenen krant van rond 1965, stond onderstaand artikel, geschreven door Jan Maarten Pekelharing
IJsberen in 't Koetje
Iedereen kent 't Kalfje. Minder bekend is dat verderop aan de Amsteldijk, in de buurt van de banpaal, herberg t Koetje stond. Anders dan 't (kleine) Kalfje bestaat 't Koetje alleen nog op foto's en in de herinnering van onder andere Anneke Brouwer. Ze woont aan de Amsteldl]k-Noord 62 exact op de plek waar 't Koetje heeft gestaan. Met haar ouders woonde Anneke aanvankelijk ernaast, op nummer 58 en zodoende weet ze goed hoe de familie Touw na de Tweede Wereldoorlog, de herberg dreef. Touw huurde het pand 't Koetje en het is indertijd een echte uitspanning geweest. Naast het café stond de paardenstal, met karakteristieke hoge ronde deuren. Bij 't Koetje zou volgens overlevering de diligence halt hebben gehouden. Op de jonge Anneke Brouwer maakte het een diepe indruk dat Touw in die stal - de gasten kwamen niet meer te paard - een IJssalon dreef, met als aandachtstrekker enkele ijsbeertjes. In oktober 1965, na het overlijden van de uitbater, ging de hele handel tegen de vlakte. De eigenaresse, mevrouw Bosse - van Dam had 't Koetje verkocht aan de gemeente Amstelveen. Pogingen van Touw Jr om 't Koetje te redden, liepen stuk op hoge verbouwingskosten.
Het Amstelveense gemeentebestuur dacht er niet aan om met een subsidie voor herstel over de brug te komen, 't Koetje werd zodoende definitief historie, hoewel de naam van de bushalte nu nog aan de herberg herinnert. Vanuit haar zitkamer ziet Anneke Brouwer uit op het bovenland, dat ooit tot het fraaie buiten Tulpenburg heeft behoord. Daar heeft de filosoof Spinoza z'n toevlucht gezocht, nadat in Amsterdam een moordaanslag op hem was gepleegd. De buitenplaats Tulpenburg kwam vele jaren later via-via in handen van een sloper, alleen een warmoestuin herinnerde nog een tijdje aan de buitenplaats. Ongeveer op de plek waar Tulpenburg stond, werd later een boerderij opgetrokken.
(Amstelveenweb.com - A.A.Sluijs)
Foto medio 1955 met van links naar rechts Amsteldijk nr 57-60-62. De laatste is Herberg 't Koetje
Weer later zouden herberg ‘t Koetje en de aanpalende stal verrijzen op de fundamenten van het vroegere koetshuis van Tulpenburg. Dat moet in de eerste helft van de negentiende eeuw zijn geweest. Meer dan honderd jaar heeft deze uitspanning dus aan de Amstel gestaan. In beide wereldoorlogen heeft 't Koetje, plaatselijk althans, een rol gespeeld: in de jaren 1914-1918 was er een clandestiene slachterij gevestigd en in de Tweede Wereldoorlog was ’t Koetje onder beheerder J.J. Touw een in de illegaliteit bekend onderduikadres. En nu woont Anneke Brouwer in een huis dat is gebouwd op de plek van de herberg. De foto uit de glorietijd van 't Koetje heeft ze te danken aan de Van Leeuwens van de siersmederij aan de Holendrechterweg in Ouderkerk. Voorouders van de Van Leeuwens kwamen van de Amsteldijk-Noord en hadden deze oude opname van 't Koetje bewaard. Anneke Brouwer kreeg er een afdruk van. Het mag misschien een nogal amateuristische foto zijn, ze koestert dit aandenken. Terecht, want het toont hoe 'haar' Koetje er in de goede jaren uit zag.
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
In de gevel van het huis, de voormalige herberg, is een gevelsteen gemetseld met het opschrift: 't Koetje'
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
Op de plaats van de voormalige herberg 't Koetje' staat anno 2009 een gewoon woonhuis aan de Amsteldijk-Noord 62
Zoeken