Amstelveen veel eerder jarig - 2017
Foto's -> Geschiedenis -> Burgemeester en Bestuurders(Bron Wikipedia - 2017)
Het wapen van Coenraad Cuser (ca. 1325 - voorjaar 1407), Heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368 en 1370 en van Rijnland 1380 en 1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen in 1403. Baljuw is de benaming voor de ambtenaar die tijdens het ancien r?gime (het huis Bourbon), de vorst vertegenwoordigde in landelijke gebieden en in sommige gevallen in steden
Het wapen van Coenraad Cuser (ca. 1325 - voorjaar 1407), Heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368 en 1370 en van Rijnland 1380 en 1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen in 1403. Baljuw is de benaming voor de ambtenaar die tijdens het ancien r?gime (het huis Bourbon), de vorst vertegenwoordigde in landelijke gebieden en in sommige gevallen in steden
'Rond 16 uur op 23 mei 2017 liep de huiskamer van het raadhuis in Amstelveen vol met feestelijk geklede mensen om de verjaardag van Amstelveen te vieren. Iedereen werd hartelijk ontvangen met thee, of koffie en een gebakje met de geboortedatum van Amstelveen in 1399. In dat jaar bestond Amstelreveen uit 30 houten huizen in het veen met als ambachtsheer Coen Cuser de heer van Oosterwijk en heden is Amstelveen een stad met bakstenen huizen en ambachtsvrouwe Mirjam van ’t Veld als bestuurder. Want zo verwelkomde stadsdichter Matthijs den Hollander de burgemeester. 'Dank aan het Comité Koning Koen tot viering van de Verjaardag van Amstelveen!' Met deze woorden benadrukte Mirjam van ’t Veld in haar welkomstwoord haar dankbaarheid, met name aan de initiatiefnemers Heleen van Ketwich Verschuur (Directeur van Museum Jan van der Togt) en stadsdichter Matthijs Den Hollander met BV Amstelveen.' – publiceerden wij, de redactie van Amstelveenweb.com op 24 mei 2017.
Om eerlijk te zijn hadden wij toen al onze twijfels over het genoemde geboortejaar 1399 van Amstelveen volgens Matthijs den Hollander. Niet alleen Amstelveenweb.com, maar ook anderen merkten op dat die gegevens niet kloppen. Zonder een diepgravend onderzoek een akte uit 1399 van het Stadsarchief Amsterdam uit de archieven halen en dat als ‘geboorteakte van Amstelveen’ bestempelen, kan natuurlijk iedereen. Echter als de lokale historici van de Vereniging Historisch Amstelveen bij het verhaal hun twijfels uiten, dan moeten wij dat serieus nemen en het verhaal verbeteren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Blad uit het 'Kaartboek van Holland' met Amstelredam door Floris Balthasar en P. van der Schelling 1610-1615
De heer Peter van Schaik (1929) lokale historicus, schrijver van een enorme hoeveelheid publicaties, oud-voorzitter en erelid van de Vereniging Historisch Amstelveen en een uitgelezen kenner van de geschiedenis van Amstelveen, schreef een opvallend artikel in het blad Amstel Mare van de van de Vereniging Historisch Amstelveen. In nummer 105 van juni 2017 schreef hij over de ontdekking in Amstelveen:
'Het plaatselijk bedrijfsleven heeft een ontdekking gedaan. Zij heeft de 'geboorteakte' van Amstelveen boven water gehaald. De ridder Koen van Oosterwijk werd op 25 mei 1399 benoemd tot eerste ambachtsheer van Amstelreveen, i.c. Nieuwer-Amstel. Zodoende. Voordien voerde de baljuw van Amstelland het bewind in Nieuwer-Amstel namens de Graaf van Holland. Zou het stuk, waarin de naam Nieuwer-Amstel voor het eerst genoemd wordt niet eerder in aanmerking komen om als 'geboorteakte' te gelden? De betrokken akte dateert uit 1305 en dat is bijna een eeuw eerder. Maar dan nog. Een eerste schriftelijke vermelding zegt nog niets over de ouderdom van een naam. De naam Nieuwer-Amstel ontstond, toen een parochie in het hart van Amstelland in tweeën werd gesplitst. Het andere deel werd Ouder-Amstel genoemd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2016)
De heer Peter van Schaik, schrijver van ontelbare historische artikelen over Amstelveen, 'de' lokaal historicus was ook aanwezig tijdens de viering van het 40 jarig bestaan van Speelboerderij Elsenhove op 19 april 2016
Amsterdam stelde nog niets voor: dat gebied werd eenvoudig bij de nieuwe parochie ondergebracht. De naam Nieuwer-Amstel bestond dus al geruime tijd voor Amsterdam begin 14de eeuw stadsrechten kreeg. We kunnen daarom voorzichtig vaststellen, dat de voor Koen van Oosterwijk opgestelde 'geboorteakte' rond 150 jaar te laat kwam. Een comité uit het Amstelveense zakenleven denkt erover aan de hand van de akte uit 1399 een feestje te organiseren rondom 'Koning Koen'. Het is duidelijk, men heeft het Amstelveense sprookje gelezen in Amstel Mare, 24ste jaargang no. 4 (2013) en.... men gelooft erin!'
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
De akte van Hertog Albrecht heeft op 5 augustus 1399 het ambacht van Amstelveen met de daartoe behorende rechten beleend aan zijn bloedverwant heer Coen Cuser, heer van Oosterwijk. Wij moeten hierin niet zien een vriendelijkheid aan een familielid bewezen, maar een koop, waarvan wij zelfs de prijs vermeld vinden: 3100 schilden (de écu [schild], of Franse kroon was een munteenheid in Frankrijk tijdens de Middeleeuwen)
Concluderend schreef de heer Van Schaik in zijn artikel, dat de Graaf van Holland, Willem V. van Holland (Frankfort, 12 mei 1330 - Le Quesnoy, 15 april 1389) een zoon van keizer Lodewijk de Beier en Margaretha, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen, vaak vermeld als Willem van Beieren al 94 jaar eerder in 1305 de zogenaamde geboorteakte van Amstelveen had opgesteld.
Het is ook vreemd, dat stadsdichter Den Hollander de heer Coen Cuser een koning noemt, want in die tijd was er helemaal geen koning in Holland. Zijn idee komt vermoedelijk van een artikel dat de heer Van Schaik in 2013 schreef met de titel 'Amstelveens sprookje'. Het verhaal is ironisch opgesteld en de heer Van Schaik schreef over ene Koning Coen, dat als feit werd opgepikt door de stadsdichter. Of hij gebruikte het voor deze verjaardag van Amstelveen, omdat hij het grappig bedoelde, maar dat kan natuurlijk wel verkeerd worden uitgelegd.
Wie was eigenlijk de heer Coen Cuser?
Coen Cuser (geboren in 1327 in Bewerwijk - overleden in april 1407), heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368 en 1370 en van Rijnland 1380 en 1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen 1403. Coen Cuser werd geboren als zoon van Willem Cuser en Ida van Oosterwijk. Hij trouwde Clementia, vrouwe van Sloten en Osdorp, dochter van Gerrit Boelen.
Wim Groeneweg, bestuurslid van de Vereniging Historisch Amstelveen schreef in het blad Amstel Mare 24ste jaargang, nummer 4 in 2013 een uitgebreid verhaal over deze ambachtsheer van Amstelveen:
'In de handvesten der stad Amstelredam staat een afschrift van een verlijbrief van het ambacht van Amstelveen aan heer Coen Cuser van Oosterwijk. In deze brief, die in Haarlem op 25 mei 1399 is opgemaakt, wordt het ambacht van Amstelveen voor het eerst in erfleen uitgegeven en wel door hertog Albrecht van Beieren als ruwaard van Holland. Hierdoor kwam een stuk overheidsgezag in particuliere handen. Het ambacht werd een ambachtsheerlijkheid en de leenman heer Coen werd de eerste ambachtsheer van Amstelveen. Wie was Coen Cuser en welke bezittingen had hij?
De verlijbrief (brief van belening) begint met: Aelbrecht etc doen cond allen luyden, dat wij verleyt ende verleent hebben heeren Coenen van Oesterwijck, Willem Cusers soene ende onsen neve, dat ambocht van Aemstelreveen daer ambochtsheere ofte wesen, schout ende scepenen daer inne te setten ende ontsetten, mit allen sijnen toebehoeren, alsoe verre als dat schout ambocht gaet.'
'Wat opvalt is' - schrijft de heer Groeneweg, - 'dat in het handvest heer Coen beleend wordt met dat ambocht van Aemstelreveen, niet Nieuwer-Amstel. Maar even verderop in deze verlijbrief, bij de opsomming van de renten die heer Coen geniet, staat die smaltiende van der Ouder Aemstel ende vander Nuwer Aemstel te samen thien pont. Werden destijds de begrippen Amstelveen en Nieuwer-Amstcl als synoniemen gebruikt? Verkerk trekt de conclusie in zijn artikel over Amstelveen, dat met het 14de-eeuwse Aemstelreveen een groter gebied werd aangeduid dan het directe gebied van het kerkdorp aan de Poel.'
Volgens Verkerk heette het kerkdorp destijds Nieuwer-Amstel. In een oorkonde uitgegeven op 6 februari 1401 geeft Coen van Oosterwijk, ridder, toestemming aan die gelant ende ge-erft sijn buyten den Zee-burgh tusschen den stede van Amstelredamme ende Ypesloot gelegen in mijnen ambacht vander Nieuwer Amstel een zomerdijk aan te leggen. Hieruit trek ik de conclusie, dat rond 1400 de termen Amstelveen en Nieuwer-Amstel synoniem waren. Coen van Oosterwijk noemt zijn ambacht immers in 1399 Aemstelreveen en in 1401 Nieuwer Amstel. Hoe het ook zij, in latere tijden werd met Amstelveen het kerkdorp aan de Poel (Oude Dorp) aangeduid, gelegen in de gemeente Nieuwer-Amstel. De naamsverwisseling is een studie waard. Vijftig jaar geleden (in 1964) verdween echter de naam Nieuwer-Amstel en nu heet de gemeente Amstelveen en het Oude Dorp Amstelveen. Coen Cuser is maar kort ambachtsheer van Amstelveen geweest, namelijk van 1399 tot en met 1403.'
Het verhaal van de heer Groeneweg is natuurlijk veel langer, maar van bovenstaande kunnen wij al concluderen, dat de leden van de in mei 2017 opgerichte Amstelveense comité 'Koning Coen' hun werk correct moeten uitvoeren, trouw aan de historie. Hoewel de naam van de comité Koning Coen is, als grap het is inderdaad leuk, terugblikkend naar de auteur, de heer Van Schaik, maar het is niet correct. Om de verjaardag van Amstelveen precies te bepalen moet een echte onderzoek komen naar het document, de eerste akte uit 1305, waar de naam Amstelveen als eerstewerd vermeld te vinden, want het zou jammer zijn, als bij beginsel al door de gemaakte fouten de verkeerde verjaardag zouden de Amstelveners vieren. Maar zoals, dat vaker in de geschiedenis gebeurde, er zijn weinig overgebleven geschriften om het verhaal van de 1000 jaar oude Amstelveen te onderbouwen, maar het is wel acceptabel, want zoals dat de heer Peter van Schaik, de lokale historicus van Amstelveen heeft geschreven: 'Een eerste schriftelijke vermelding zegt nog niets over de ouderdom van een naam'. Lees ook de conversie naar geschreven en leesbaar tekst van de akte van 1399 (pdf 3 pagina’s) (Bron: Stadsarchief Amsterdam )
Update 2 augustus 2017
Om het verhaal van de heer Van Schaik te ondersteunen werd aanbevolen om het boek 'Amstelveen acht eeuwen geschiedenis' van Mr. J.W. Groesbeek uit 1966 in te zien. Dit boek is de enige serieuze literaire bron met betrekking tot de geschiedenis van Nieuwer-Amstel/Amstelveen, dat iedere lokale historicus doorbladert. Op pagina 19 staat onder de titel 'De gifte van Amstelredamme' de eerste aanwijzing dat er inderdaad een eerdere overeenkomst bestaat uit 1295 tussen graaf Floris en later na zijn dood in 1305 met graaf Jan Persijn en Guy van Avennnes, de bisschop van Utrecht over de eigendomsrechten van Amstelland.
'Die gifte van Amestelredamme'
Deze uitdrukking slaat op het feit, dat de elect in 1274 heer Jan Persijn (heer van Amsterdam tussen 1280 en 1282 red.) met Amsterdam beleend had, zoals hiervoor is betoogd. De tekst van de uitdrukking houdt geen enkele beperking in: het is 'Amestelredamme' dat de elect aan heer Jan gegeven heeft. Er is dus geen enkele reden om deze schenking te beperken tot enkele financiële inkomsten. Het is wel te begrijpen hoe deze laatste gedachte naar voren is gekomen. De belening van heer Jan met 'Amestelredamme' kwam graaf Floris wondergoed van pas in zijn streven naar vergroting van de Hollandse invloed in het bisdom, waartoe Amstelland altijd behoord had.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Blad uit het 'Kaartboek van Holland', door Floris Balthasar en P. van der Schelling, 1610-1615
En verder: 'Het jaar 1296'
Die gelegenheid deed zich in 1296 voor: hij was het die graaf Floris uit zijn slaap wekte om deel te nemen aan het vogelspel buiten Utrecht en die nog vóór hun vertrek uit Utrecht een vriendschapsdronk met hem had. Ook bij de gevangenneming van Floris door de edelen van Velsen, Woerden en Zaenden was hij aanwezig. Als Floris bij zijn transport uit het Muiderslot vermoord is, weet Gijsbrecht te ontkomen en begeeft zich naar het Gelderse, waar zijn nageslacht in eer en aanzien gebleven is. Met zijn macht in Holland en Utrecht was het echter gedaan; zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Correct zou geweest zijn, dat Amstelland wegens het breken van de leeneed door de leenman aan de bisschop van Utrecht als leenheer teruggekomen was. Dat gebeurde echter niet. Graaf Jan I wilde geen afstand doen van zijn invloed op dit grensgebied, een geschil erover met de bisschop is het gevolg. Eerst in 1297 wordt deze twist over het bezit der Amstelgoederen bijgelegd in een verdrag door graaf Jan I met bisschop Willem van Gelre van Utrecht gesloten. Een heel merkwaardig stuk, want hét grote geschilpunt, wie voortaan heer en meester in Amstelland zal zijn, wordt voorzichtig omzeild. De bewoordingen lijken duidelijk genoeg.
In het jaar 1300 geeft hij het goed van Amstel in leen aan zijn broeder Guy van Avennes (Gwijde (Frans: Guy) van Avesnes (ook wel van Henegouwen) (ca. 1253 - Utrecht, 28 mei 1317 red.) was bisschop van Utrecht van 1301 tot 1317, die dit goed in leen zal mogen houden zolang hij leeft of tot het moment, dat hij een bisdom verkregen zou hebben. In 1301 werd Guy bisschop van Utrecht, doch het goed van Amstel gaf hij niet terug, zoals hij het voorgaande jaar nog beloofd had. Bij een nieuwe overeenkomst, in het jaar 1305, mocht hij Amstelland behouden tot wederopzeggens toe.
(Bron Wikipedia - 2017)
Jan van Amstel (gedoopt in Gemert, 12 december 1618 - Schijndel, 29 september 1669) was een Nederlands marineofficier op een schilderij van Abraham van den Tempel
Korte tijd scheen het dat de zoon van Gijsbrecht, de laatste heer van Amstel, Jan van Amstel geheten, nog een kans zou krijgen om Amstelland voor zijn geslacht te herwinnen, want toen de Vlamingen in 1303 ons land binnenvielen, maakte Jan van Amstel van de gelegenheid gebruik: om zich van Amsterdam meester te maken, en er zich ongeveer een jaar staande te houden. Zwaar werd de stad voor dit feit gestraft, waaruit wel op te maken valt, dat aan de Amsterdammers de terugkeer van Jan van Amstel niet onwelgevallig geweest was. Dat de bestraffing plaats vond door graaf Willem en niet door de bisschop behoeft wel geen nader betoog, de graaf was verplicht zijn leenman te handhaven in het ongestoord bezit van zijn lenen.'
Met andere woorden, sporen genoeg. Wie weet, komt er in de toekomst inderdaad een gedegen onderzoek door deskundigen en wordt het uiteindelijk voor iedereen duidelijk en bewezen dat Nieuwer-Amstel/Amstelveen veel langer bestaat.
Om eerlijk te zijn hadden wij toen al onze twijfels over het genoemde geboortejaar 1399 van Amstelveen volgens Matthijs den Hollander. Niet alleen Amstelveenweb.com, maar ook anderen merkten op dat die gegevens niet kloppen. Zonder een diepgravend onderzoek een akte uit 1399 van het Stadsarchief Amsterdam uit de archieven halen en dat als ‘geboorteakte van Amstelveen’ bestempelen, kan natuurlijk iedereen. Echter als de lokale historici van de Vereniging Historisch Amstelveen bij het verhaal hun twijfels uiten, dan moeten wij dat serieus nemen en het verhaal verbeteren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Blad uit het 'Kaartboek van Holland' met Amstelredam door Floris Balthasar en P. van der Schelling 1610-1615
De heer Peter van Schaik (1929) lokale historicus, schrijver van een enorme hoeveelheid publicaties, oud-voorzitter en erelid van de Vereniging Historisch Amstelveen en een uitgelezen kenner van de geschiedenis van Amstelveen, schreef een opvallend artikel in het blad Amstel Mare van de van de Vereniging Historisch Amstelveen. In nummer 105 van juni 2017 schreef hij over de ontdekking in Amstelveen:
'Het plaatselijk bedrijfsleven heeft een ontdekking gedaan. Zij heeft de 'geboorteakte' van Amstelveen boven water gehaald. De ridder Koen van Oosterwijk werd op 25 mei 1399 benoemd tot eerste ambachtsheer van Amstelreveen, i.c. Nieuwer-Amstel. Zodoende. Voordien voerde de baljuw van Amstelland het bewind in Nieuwer-Amstel namens de Graaf van Holland. Zou het stuk, waarin de naam Nieuwer-Amstel voor het eerst genoemd wordt niet eerder in aanmerking komen om als 'geboorteakte' te gelden? De betrokken akte dateert uit 1305 en dat is bijna een eeuw eerder. Maar dan nog. Een eerste schriftelijke vermelding zegt nog niets over de ouderdom van een naam. De naam Nieuwer-Amstel ontstond, toen een parochie in het hart van Amstelland in tweeën werd gesplitst. Het andere deel werd Ouder-Amstel genoemd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2016)
De heer Peter van Schaik, schrijver van ontelbare historische artikelen over Amstelveen, 'de' lokaal historicus was ook aanwezig tijdens de viering van het 40 jarig bestaan van Speelboerderij Elsenhove op 19 april 2016
Amsterdam stelde nog niets voor: dat gebied werd eenvoudig bij de nieuwe parochie ondergebracht. De naam Nieuwer-Amstel bestond dus al geruime tijd voor Amsterdam begin 14de eeuw stadsrechten kreeg. We kunnen daarom voorzichtig vaststellen, dat de voor Koen van Oosterwijk opgestelde 'geboorteakte' rond 150 jaar te laat kwam. Een comité uit het Amstelveense zakenleven denkt erover aan de hand van de akte uit 1399 een feestje te organiseren rondom 'Koning Koen'. Het is duidelijk, men heeft het Amstelveense sprookje gelezen in Amstel Mare, 24ste jaargang no. 4 (2013) en.... men gelooft erin!'
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
De akte van Hertog Albrecht heeft op 5 augustus 1399 het ambacht van Amstelveen met de daartoe behorende rechten beleend aan zijn bloedverwant heer Coen Cuser, heer van Oosterwijk. Wij moeten hierin niet zien een vriendelijkheid aan een familielid bewezen, maar een koop, waarvan wij zelfs de prijs vermeld vinden: 3100 schilden (de écu [schild], of Franse kroon was een munteenheid in Frankrijk tijdens de Middeleeuwen)
Concluderend schreef de heer Van Schaik in zijn artikel, dat de Graaf van Holland, Willem V. van Holland (Frankfort, 12 mei 1330 - Le Quesnoy, 15 april 1389) een zoon van keizer Lodewijk de Beier en Margaretha, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen, vaak vermeld als Willem van Beieren al 94 jaar eerder in 1305 de zogenaamde geboorteakte van Amstelveen had opgesteld.
Het is ook vreemd, dat stadsdichter Den Hollander de heer Coen Cuser een koning noemt, want in die tijd was er helemaal geen koning in Holland. Zijn idee komt vermoedelijk van een artikel dat de heer Van Schaik in 2013 schreef met de titel 'Amstelveens sprookje'. Het verhaal is ironisch opgesteld en de heer Van Schaik schreef over ene Koning Coen, dat als feit werd opgepikt door de stadsdichter. Of hij gebruikte het voor deze verjaardag van Amstelveen, omdat hij het grappig bedoelde, maar dat kan natuurlijk wel verkeerd worden uitgelegd.
Wie was eigenlijk de heer Coen Cuser?
Coen Cuser (geboren in 1327 in Bewerwijk - overleden in april 1407), heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368 en 1370 en van Rijnland 1380 en 1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen 1403. Coen Cuser werd geboren als zoon van Willem Cuser en Ida van Oosterwijk. Hij trouwde Clementia, vrouwe van Sloten en Osdorp, dochter van Gerrit Boelen.
Wim Groeneweg, bestuurslid van de Vereniging Historisch Amstelveen schreef in het blad Amstel Mare 24ste jaargang, nummer 4 in 2013 een uitgebreid verhaal over deze ambachtsheer van Amstelveen:
'In de handvesten der stad Amstelredam staat een afschrift van een verlijbrief van het ambacht van Amstelveen aan heer Coen Cuser van Oosterwijk. In deze brief, die in Haarlem op 25 mei 1399 is opgemaakt, wordt het ambacht van Amstelveen voor het eerst in erfleen uitgegeven en wel door hertog Albrecht van Beieren als ruwaard van Holland. Hierdoor kwam een stuk overheidsgezag in particuliere handen. Het ambacht werd een ambachtsheerlijkheid en de leenman heer Coen werd de eerste ambachtsheer van Amstelveen. Wie was Coen Cuser en welke bezittingen had hij?
De verlijbrief (brief van belening) begint met: Aelbrecht etc doen cond allen luyden, dat wij verleyt ende verleent hebben heeren Coenen van Oesterwijck, Willem Cusers soene ende onsen neve, dat ambocht van Aemstelreveen daer ambochtsheere ofte wesen, schout ende scepenen daer inne te setten ende ontsetten, mit allen sijnen toebehoeren, alsoe verre als dat schout ambocht gaet.'
'Wat opvalt is' - schrijft de heer Groeneweg, - 'dat in het handvest heer Coen beleend wordt met dat ambocht van Aemstelreveen, niet Nieuwer-Amstel. Maar even verderop in deze verlijbrief, bij de opsomming van de renten die heer Coen geniet, staat die smaltiende van der Ouder Aemstel ende vander Nuwer Aemstel te samen thien pont. Werden destijds de begrippen Amstelveen en Nieuwer-Amstcl als synoniemen gebruikt? Verkerk trekt de conclusie in zijn artikel over Amstelveen, dat met het 14de-eeuwse Aemstelreveen een groter gebied werd aangeduid dan het directe gebied van het kerkdorp aan de Poel.'
Volgens Verkerk heette het kerkdorp destijds Nieuwer-Amstel. In een oorkonde uitgegeven op 6 februari 1401 geeft Coen van Oosterwijk, ridder, toestemming aan die gelant ende ge-erft sijn buyten den Zee-burgh tusschen den stede van Amstelredamme ende Ypesloot gelegen in mijnen ambacht vander Nieuwer Amstel een zomerdijk aan te leggen. Hieruit trek ik de conclusie, dat rond 1400 de termen Amstelveen en Nieuwer-Amstel synoniem waren. Coen van Oosterwijk noemt zijn ambacht immers in 1399 Aemstelreveen en in 1401 Nieuwer Amstel. Hoe het ook zij, in latere tijden werd met Amstelveen het kerkdorp aan de Poel (Oude Dorp) aangeduid, gelegen in de gemeente Nieuwer-Amstel. De naamsverwisseling is een studie waard. Vijftig jaar geleden (in 1964) verdween echter de naam Nieuwer-Amstel en nu heet de gemeente Amstelveen en het Oude Dorp Amstelveen. Coen Cuser is maar kort ambachtsheer van Amstelveen geweest, namelijk van 1399 tot en met 1403.'
Het verhaal van de heer Groeneweg is natuurlijk veel langer, maar van bovenstaande kunnen wij al concluderen, dat de leden van de in mei 2017 opgerichte Amstelveense comité 'Koning Coen' hun werk correct moeten uitvoeren, trouw aan de historie. Hoewel de naam van de comité Koning Coen is, als grap het is inderdaad leuk, terugblikkend naar de auteur, de heer Van Schaik, maar het is niet correct. Om de verjaardag van Amstelveen precies te bepalen moet een echte onderzoek komen naar het document, de eerste akte uit 1305, waar de naam Amstelveen als eerstewerd vermeld te vinden, want het zou jammer zijn, als bij beginsel al door de gemaakte fouten de verkeerde verjaardag zouden de Amstelveners vieren. Maar zoals, dat vaker in de geschiedenis gebeurde, er zijn weinig overgebleven geschriften om het verhaal van de 1000 jaar oude Amstelveen te onderbouwen, maar het is wel acceptabel, want zoals dat de heer Peter van Schaik, de lokale historicus van Amstelveen heeft geschreven: 'Een eerste schriftelijke vermelding zegt nog niets over de ouderdom van een naam'. Lees ook de conversie naar geschreven en leesbaar tekst van de akte van 1399 (pdf 3 pagina’s) (Bron: Stadsarchief Amsterdam )
Update 2 augustus 2017
Om het verhaal van de heer Van Schaik te ondersteunen werd aanbevolen om het boek 'Amstelveen acht eeuwen geschiedenis' van Mr. J.W. Groesbeek uit 1966 in te zien. Dit boek is de enige serieuze literaire bron met betrekking tot de geschiedenis van Nieuwer-Amstel/Amstelveen, dat iedere lokale historicus doorbladert. Op pagina 19 staat onder de titel 'De gifte van Amstelredamme' de eerste aanwijzing dat er inderdaad een eerdere overeenkomst bestaat uit 1295 tussen graaf Floris en later na zijn dood in 1305 met graaf Jan Persijn en Guy van Avennnes, de bisschop van Utrecht over de eigendomsrechten van Amstelland.
'Die gifte van Amestelredamme'
Deze uitdrukking slaat op het feit, dat de elect in 1274 heer Jan Persijn (heer van Amsterdam tussen 1280 en 1282 red.) met Amsterdam beleend had, zoals hiervoor is betoogd. De tekst van de uitdrukking houdt geen enkele beperking in: het is 'Amestelredamme' dat de elect aan heer Jan gegeven heeft. Er is dus geen enkele reden om deze schenking te beperken tot enkele financiële inkomsten. Het is wel te begrijpen hoe deze laatste gedachte naar voren is gekomen. De belening van heer Jan met 'Amestelredamme' kwam graaf Floris wondergoed van pas in zijn streven naar vergroting van de Hollandse invloed in het bisdom, waartoe Amstelland altijd behoord had.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Blad uit het 'Kaartboek van Holland', door Floris Balthasar en P. van der Schelling, 1610-1615
En verder: 'Het jaar 1296'
Die gelegenheid deed zich in 1296 voor: hij was het die graaf Floris uit zijn slaap wekte om deel te nemen aan het vogelspel buiten Utrecht en die nog vóór hun vertrek uit Utrecht een vriendschapsdronk met hem had. Ook bij de gevangenneming van Floris door de edelen van Velsen, Woerden en Zaenden was hij aanwezig. Als Floris bij zijn transport uit het Muiderslot vermoord is, weet Gijsbrecht te ontkomen en begeeft zich naar het Gelderse, waar zijn nageslacht in eer en aanzien gebleven is. Met zijn macht in Holland en Utrecht was het echter gedaan; zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Correct zou geweest zijn, dat Amstelland wegens het breken van de leeneed door de leenman aan de bisschop van Utrecht als leenheer teruggekomen was. Dat gebeurde echter niet. Graaf Jan I wilde geen afstand doen van zijn invloed op dit grensgebied, een geschil erover met de bisschop is het gevolg. Eerst in 1297 wordt deze twist over het bezit der Amstelgoederen bijgelegd in een verdrag door graaf Jan I met bisschop Willem van Gelre van Utrecht gesloten. Een heel merkwaardig stuk, want hét grote geschilpunt, wie voortaan heer en meester in Amstelland zal zijn, wordt voorzichtig omzeild. De bewoordingen lijken duidelijk genoeg.
In het jaar 1300 geeft hij het goed van Amstel in leen aan zijn broeder Guy van Avennes (Gwijde (Frans: Guy) van Avesnes (ook wel van Henegouwen) (ca. 1253 - Utrecht, 28 mei 1317 red.) was bisschop van Utrecht van 1301 tot 1317, die dit goed in leen zal mogen houden zolang hij leeft of tot het moment, dat hij een bisdom verkregen zou hebben. In 1301 werd Guy bisschop van Utrecht, doch het goed van Amstel gaf hij niet terug, zoals hij het voorgaande jaar nog beloofd had. Bij een nieuwe overeenkomst, in het jaar 1305, mocht hij Amstelland behouden tot wederopzeggens toe.
(Bron Wikipedia - 2017)
Jan van Amstel (gedoopt in Gemert, 12 december 1618 - Schijndel, 29 september 1669) was een Nederlands marineofficier op een schilderij van Abraham van den Tempel
Korte tijd scheen het dat de zoon van Gijsbrecht, de laatste heer van Amstel, Jan van Amstel geheten, nog een kans zou krijgen om Amstelland voor zijn geslacht te herwinnen, want toen de Vlamingen in 1303 ons land binnenvielen, maakte Jan van Amstel van de gelegenheid gebruik: om zich van Amsterdam meester te maken, en er zich ongeveer een jaar staande te houden. Zwaar werd de stad voor dit feit gestraft, waaruit wel op te maken valt, dat aan de Amsterdammers de terugkeer van Jan van Amstel niet onwelgevallig geweest was. Dat de bestraffing plaats vond door graaf Willem en niet door de bisschop behoeft wel geen nader betoog, de graaf was verplicht zijn leenman te handhaven in het ongestoord bezit van zijn lenen.'
Met andere woorden, sporen genoeg. Wie weet, komt er in de toekomst inderdaad een gedegen onderzoek door deskundigen en wordt het uiteindelijk voor iedereen duidelijk en bewezen dat Nieuwer-Amstel/Amstelveen veel langer bestaat.