Verhaal van Rob Brünnmayer - 2019
Foto's -> Musea -> Museum Jan van der Togt(Amstelveenweb.com - 2019)
Rob Brünnmayer
Rob Brünnmayer
Iets voor 10 uur op de zondagochtend van de 14de april 2019, liepen er heel wat mensen het Museum Jan van der Togt binnen. Dat had een reden. De vrienden van de Stichting Vrienden van het museum hadden allen een uitnodiging gekregen om het verhaal van Rob Brünnmayer te komen beluisteren, dat door Pim Mager, voorzitter van de Stichting Jan Verschoor, zou worden voorgedragen. Rob Brünnmayer (1936) kan worden beschouwd als één van de ‘founding fathers’ van Museum Jan Van der Togt, maar heeft weinig in de schijnwerpers gestaan. Alle genodigden kregen na binnenkomst een kopje thee of koffie aangeboden, met natuurlijk een heerlijk roomboterkoekje of bokkenpootje.
Tegen half elf voegde Rob zich ook voorzichtig onder de aanwezigen, maar probeerde ongezien te blijven. Dat lukte hem deze keer niet al te best. In één van de toonzalen waren stoelen opgesteld en om een uur of half elf werd iedereen welkom geheten. Spoedig daarna kreeg Pim Mager het woord om zijn verhaal over Rob Brünnmayer met iedereen te delen.
De redactie van Amstelveenweb.com kreeg dit verhaal van de Pim Mager voorzitter van de Stichting Jan Verschoor om het te publiceren, ook de toestemming van Rob Brünnmayer zelf, dat zijn verhaal met de lezers van de website mag worden gedeeld. Veel dank aan de heer Mager voor zijn mooie verhaal dat u van hem hieronder mag meebeleven.
'Dit is het verhaal van Rob Brünnmayer. Als voorzitter van de Stichting Jan Verschoor heb ik de laatste jaren het voorrecht gehad om Rob (en Jan natuurlijk) beter te leren kennen. Rob is een bijzondere man met een bijzondere geschiedenis. Het leek me een goed idee en heel leuk om zijn verhaal te vertellen en zo door middel van deze voordracht een eerbetoon te brengen aan Rob, de man achter de schermen.
(Bron Wikipedia - 2019)
Het familiewapen van de familie Abendroth
Vandaar dus: het verhaal van Rob Brünnmayer von Abendroth zu Reichenberg. De eerste verrassing voor jullie waarschijnlijk: Rob stamt uit een adellijk geslacht. Maar hij heeft zich nooit laten voorstaan op dat blauw bloed… We kennen hem allemaal als een bescheiden man, zij het wel met een eigen mening…
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
Vader en moeder van Rob omstreeks 1935
De vader van Rob, Herman, is geboren in Wenen, maar Tsjechië was zijn thuisland. Na de Eerste Wereldoorlog is hij in Amsterdam ‘blijven hangen’. Hij was indertijd als koperslager betrokken geweest bij de fabricage van o.a. stoomketels voor locomotieven. Mede omdat hij op dit gebied enkele uitvindingen had gedaan, waarvoor hij patent kreeg, kwam hij ‘in the picture’ bij bierbrouwer Heineken. Begin jaren 1920 kwam hij bij Heineken in dienst. Hij leerde de moeder van Rob kennen, die een echte Jordaner was.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
Rob met zijn moeder
Hier, uit een wat losbladig fotoalbum van Rob, een kiekje van zijn ouders. Nostalgische plaatjes om te koesteren; jullie herkennen dat ongetwijfeld. Vader en moeder Brünnmayer kregen vier zonen. De oudste zoon was Herman (meer dan 10 jaar geleden overleden), daarna kwam Harry, toen een broertje dat maar 3 maanden heeft geleefd en toen Rob; dan praten we over 1936. Broer Harry is in september van het vorig jaar op 95-jarige leeftijd overleden. Hij was een trouwe Vriend van Museum Jan van der Togt.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De mannen van de familie Brünnmayer in 1939
Rob heeft uit zijn oude fotoverzameling nog een paar plaatjes van hem als kind opgedoken. Veel van zijn verzameling is verloren gegaan bij de dramatische brand in december 2006. Jullie kunnen je dat waarschijnlijk nog wel herinneren. Belangrijke kunstwerken konden gelukkig gespaard worden maar veel persoonlijke herinneringen helaas niet.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De jonge Rob
De vader van Rob, Herman dus, had een avontuurlijke inslag. Hij sprak behalve Nederlands en Tsjechisch ook Duits, Frans, Engels en Russisch. Rob spreekt met veel bewondering over hem. Hij was een reiziger: Rob zocht hem o.a. op in Engeland en in Zuid-Frankrijk waar Herman enige tijd als butler werkte. Het gevoel voor ambacht en de kunstzinnige aanleg heeft Rob vermoedelijk van zijn vader. Niet alleen was vader Herman koperslager en houtvester, hij werkte ook met textiel (de familie bezat o.a. een kousenfabriek in Tsjechië) en hij schilderde landschappen en stillevens. Van veel markten thuis dus, net als Rob.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vond de familie het verstandig dat Rob naar zijn grootmoeder in Tsjechië verhuisde. Daar bracht hij dan ook een belangrijk deel van zijn lagere schooltijd door. Hij woonde in een kasteel in Varnsdorf dat vandaag de dag dienst doet als cultureel centrum. Hierboven (Pim toont een foto) was zijn kamer, eerder die van zijn vader. Op die kamer met balkon had de jonge Herman een jonge adelaar tot huisdier opgevoed; een verhaal dat Rob je later vast nog wel eens wil vertellen.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
In het museumhuis hangt de klok die Rob maakte toen hij 19 was, in 1955
Tijdens het verblijf in Varnsdorf bracht Rob als jochie soms uren in het bos door. Het verhaal gaat dat hij op een keer oog in oog kwam te staan met een wolf, doodstil bleef staan tot het dier weer verder liep. Een van de vele levenslessen van Rob. Over de vreselijke en chaotische tijd aan het einde van de oorlog praat Rob liever niet. Veel dramatische beelden staan wel op zijn netvlies gegrift en die spelen hem nog regelmatig parten. Als 9-jarige ging hij te voet van Varnsdorf de 160 km naar Praag, waar hij met andere kinderen door de Amerikanen werd opgepakt en per trein op transport ging naar Nederland (Maastricht). Het zijn dit soort jeugdige ervaringen die Rob gevormd hebben en hem hebben geleerd op zijn eigen manier tegen de werkelijkheid aan te kijken. Een eigenschap die hem later als assistentkunstenaar goed van pas zou komen. In de moeilijke naoorlogse jaren zijn de ouders van Rob gescheiden. Na de lagere school ging Rob in 1950 naar de ambachtsschool aan de Postjesweg in Amsterdam.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
De Heineken brouwerij in Amsterdam
Inmiddels een rijksmonument, met aan de ingang o.a. beeldhouwwerk van Hildo Krop. De ambachtsschool betekende voor Rob - in de voetsporen van zijn vader - de eerste echte kennismaking met techniek en technische beroepen. Rob had al heel vroeg affiniteit met vormgeving: technisch tekenen en daarna uitvoeren. Om wat bij te verdienen gingen ze met zelfgemaakte kerstversieringen langs de deuren. Met Joods bloed in de aderen zat ook het handel drijven er bijna vanzelfsprekend in. En Rob is zijn leven lang koopman gebleven…. Na 2 jaar ambachtsschool vond Rob het wel genoeg en koos hij voor vervolgopleidingen via de avondschool: middenstandsdiploma, textiele vormgeving. Zijn eerste baan was bij het elektrotechnisch installatiebedrijf Groeneveld & Van de Pol (later gefuseerd in Getronics) aan de Papaverweg in Amsterdam.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De onbewoonbaar verklaarde woningen aan de Dorpsstraat in Nieuwer-Amstel werden het atelier van Jan en Rob
Hij was toen 17. Dat was vooral grof-industrieel werk aan motoren. Het bedrijf legde zich toe op meet- en regelapparatuur, o.a. voor de scheepvaart. En zo werkte Rob enige tijd op een sleepboot, boeiend maar toch niet echt zijn ding. Dat leidde enkele jaren in van veel wisselende banen en baantjes, vooral als elektrotechnisch installateur - of pijpenboer zoals hij dat noemt. Hij werkte ook bij hoedenmaker Jacobs & Vles op de Prinsengracht, waar hij hielp bij het persen van hoeden. En zo kwam hij zelfs bij een dameskapper op de Zeedijk terecht: eerst alleen voor reparaties en inrichtingswerkzaamheden. Maar later werd Rob zo gefascineerd door de kappersvloeistoffen dat hij ook werd ingezet voor watergolven en permanenten. Dus dames, als je nog eens omhoog zit… Later, in dienst bij het Sociaal Bouwfonds legde hij de prikklok- en geluidsinstallatie aan.
(Bron Wikipedia - 2019)
Vincent Pieter Semeyn (Piet) Esser (1914-2004) was een Nederlandse beeldhouwer
Op zijn 23ste schreef Rob zich in bij de Kamer van Koophandel en ging hij voor zichzelf beginnen. Hij was zo buitengewoon handig dat hij alles wat hem interesseerde kon aanpakken. Belangstelling voor klokken zat er bij hem al heel jong in; hij ging al met zijn moeder kijken hoe kerkklokken werken. Als kleine zelfstandige had hij na een advertentie in Het Parool dan ook binnen de kortste keren vier antiquairs als klant, met name voor mechanische reparatieklussen en dus vooral van klokken.
En hij ging zelf klokken bouwen. Hij had voor zijn 20ste al een aantal klokken gemaakt die nog steeds in zijn trotse bezit zijn. De rechter kocht hij; de linker maakte hij vervolgens zelf. En deze heeft een prominente plaats in het Museumhuis. Die hebben jullie vast wel eens gezien; hij maakte deze klok op zijn 19ste. Tussendoor had hij ook nog tijd voor pianolessen. Net als broer Harry was, is Rob heel muzikaal. We praten over 1963 als Rob in het uitgaansleven Jan Verschoor ontmoet.
Jan was toen 20. Hij had zijn opleiding bij de Rijksacademie gevolgd en werkte bij de televisie als decorbouwer. Eigenlijk was het Rob die Jan overhaalde om daar weg te gaan. Rob had zoveel werk liggen op het gebied van restauraties dat ze dat prima samen konden voortzetten. Dat luidde een bijna levenslange periode van samenwerking in. Al gauw ook op het gebied van artistieke werkzaamheden: eerst vooral beelden gieten, daarna steeds weer nieuwe kunstprojecten. De werkplaats die Rob had aan het Muntplein in Amsterdam was dan ook al gauw te klein. Jan had tot zijn 20ste bij zijn ouders aan de Amstelveenseweg gewoond. Daarna hebben Jan en Rob samen de onbewoonbaar verklaarde woning aan de Dorpsstraat in Amstelveen betrokken die ze geleidelijk aan, voor zover de eigen middelen dat toestonden, hebben opgeknapt.
Wat de kunstuitingen betreft hebben we het dan nog over de fase, waarin de beginnend kunstenaar Jan Verschoor zich begon te verzetten tegen de traditionele figuratieve doctrine van de Rijksacademie. Vrije expressie in abstracte vormen werd nog niet bepaald gewaardeerd. Rob maakte in die tijd ook kennis met Jan’s docenten zoals Piet Esser en Cor Hund.
(Bron Jan Verschoor - 2019)
Polyester bollen van Jan Verschoor in de Keukenhof in 1980
Bij het vermaarde studentikoze kunstenaarsprotest van Jan Verschoor in 1963 – in feite zijn abstracte ‘coming-out’ – jullie weten dat misschien: dat de Volkskrant haalde met het artikel: ‘Abstracte vondeling gelegd bij Stedelijk Museum’ - speelde Rob nog geen rol. Wel bij de opdrachten, uitgevoerd in de ateliers als van beeldhouwer Mari Andriessen, gericht op de technische vervolmaking van de kunstwerken. Dat was Rob op het lijf geschreven. Het kenmerkt ook de manier, waarop Rob tegen kunst aankijkt: voortdurend geïntrigeerd door het ambacht dat aan de werken ten grondslag ligt. Van Jan Verschoor kun je zeggen dat hij in zijn carrière als beeldend kunstenaar steeds bezig geweest is met het streven naar esthetische, artistieke perfectie. En zo geldt voor Rob het alsmaar zoeken naar de technische volmaaktheid van het werk. Jan en Rob vormden daarmee dus een niet te evenaren, prachtig koppel.
(Foto Amstelveenweb.com - 2005)
Jan Verschoor in zijn atelier aan de Amstelzijde in Amstelveen op 20 mei 2005
(Foto Amstelveenweb.com - 2005)
Het drukke atelier van Jan Verschoor aan de Amstelzijde in Amstelveen op 20 mei 2005 tijdens de Atelierroute
Rob had het gips gieten oorspronkelijk van Jan geleerd (Jan deed dat al in de bedstee bij zijn ouders thuis toen hij een jaar of 15 was…), maar het was de uitvinding van Rob om de overgang te maken naar het gebruik van polyester (pasta met twee-componenten lijm). Dat betekende een geweldige technische vooruitgang.
Het enorme, 11 meter hoge beeld van Che Guevara maakten Jan en Rob in 1969 voor de opera ‘Reconstructie’ in het kader van het Holland Festival. Dat was een productie gecreëerd door een kunstenaarscollectief van grote namen als Peter Schat, Hugo Claus, Harry Mulisch en Louis Andriessen. Rob heeft zich als de bescheiden assistent van Jan Verschoor heel prettig gevoeld bij het ontwikkelen van nieuw materiaalgebruik en de ambachtelijk perfecte toepassing daarvan. ‘Vakmanschap is meesterschap’ was de slogan van bierbrouwer Grolsch eind jaren 60. Paul Huf maakte de welhaast iconische foto van Jan en Rob aan het werk in hun atelier. Even inzoomen op Rob….
(Foto Amstelveenweb.com - 2006)
Op 22 december 2006 is brand ontstaan in het woongedeelte van het Museum Jan van der Togt
Rob heeft dus een heel belangrijke stimulerende rol vervuld in het gaan gebruiken van innoverende materialen als polyester. Het gebruik van polyester heeft de jonge beeldhouwer Jan Verschoor echt op de artistieke kaart gezet. Denk aan de prachtige monumentale bollen in de hal van het Congrescentrum in Den Haag, in de buitenruimte van de gemeente Assen en in de Keukenhof. Zonder Rob hadden ze er niet gestaan. En er volgden op dat gebied meer vernieuwende ontwikkelingen. Al snel was dan ook meer ruimte nodig en na een periode aan de Ouderkerkerlaan werd die gevonden op de Amsteldijk-Noord in Ouderkerk: een oud schoolgebouw waar Jan en Rob de beschikking kregen over het gymnastieklokaal.
Er zijn mooie beelden van hun atelier aan de Amsteldijk. Op zich eigenlijk al totaalkunst. Deze prachtige foto impressies herinneren jullie je misschien uit het kunstboek dat onder redactie van medebestuurslid van de Stichting Jan Verschoor, Ruud Lapré, in 2003 is verschenen. Dat was ter gelegenheid van de oeuvre expositie van Jan Verschoor in het Cobra Museum.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De windmobiles van Rob staan op het dak van het Museum Jan van der Togt
Rob heeft geprobeerd aan mij uit te leggen hoe kunstwerken zoals het beeld in de vijver van de Groenhof in Amstelveen (kosten 65.000 gulden!) en vele andere tot stand zijn gekomen: inwendige constructies met kernspijkers, betonijzer, piepschuim, polyesterharder, siliconenrubber, wasmodel, chamotteklei…: voor een leek als ik duizelingwekkend en onnavolgbaar. Met prachtige karakteristieke resultaten. Jullie moeten het hem zelf nog maar eens vragen aan de hand van de kunstwerken, waarvan je kunt genieten in het museum en het Museumhuis. Elk werk heeft een ambachtelijk verhaal.
(Foto Amstelveenweb.com - 2006)
Rob Brünnmayer tijdens de Atelierroute van 2006 op 2 juli in de tuin van het museum,
waar ook zijn kinetische kunstwerken stonden
Een kleine selectie van de bronzen sculpturen - Pim toonde een aantal foto's. Prachtige voorbeelden van hoe de esthetische perfectie van Jan en de ambachtelijke perfectie van Rob elkaar hebben versterkt. Ultiem genieten van deze ruimtelijke schoonheid. Dit is – als voorbeeld van hoe Jan en Rob dat vaak deden - een klein prototype van een kunstwerk dat daarna in grotere dimensies is uitgevoerd. Voor het uiteindelijk resultaat was de goede samenwerking met een bekwame bronsgieter natuurlijk onontbeerlijk. Een van de technische innovaties die ook de verdienste waren van Rob, was het gebruik van de galvaniseertechniek, of zoals Rob dat zelf noemt: elektroformeren. Hier het principe: twee electroden in een bak met kopersulfaat. In het atelier aan de Ouderkerkerlaan stond een bak van 9000 liter, waarin die elektrodes gedompeld werden. En dit zijn mallen die daarvoor gebruikt werden.
Dat heeft geresulteerd in een aantal indrukwekkende wandreliëfs zoals op deze dia’s. De laatste hebben jullie waarschijnlijk wel eens in het schooltje hiernaast zien hangen; die is van polyester. De marmeren sculpturen zijn een verhaal apart. Beelden als deze werden echt uit een blok marmer gehakt, geslepen en geschuurd. Maar deze is feitelijk gemaakt van een stuk afval van een toilettafel: de ronde schijf die overbleef door het uitzagen van het gat voor de wasbak.
Ook hout werd beproefd als materiaal voor sculpturen …. Jan Verschoor wordt beschouwd als een artistieke eenling (althans zo beschrijft Ruud Lapré hem in het eerder genoemde kunstboek), maar eigenlijk was er toch sprake van een artistiek duo. Een expositie in galerie Douma in Amsterdam in 1969, met werk van Jaap Egmond aan de wand en Jan Verschoor op de vloer, vormde in feite de basis voor Museum Jan van der Togt. Het Financieel Dagblad schreef erover en dat was voor Tomado-industrieel Jan van der Togt (toen woonachtig in Antwerpen) aanleiding om naar Amsterdam te komen en werk van Jan te kopen.
Het begin van wat een langdurige vriendschap zou worden tussen Jan & Rob en het echtpaar Van der Togt. Tijdens een solo-expositie van Jan Verschoor in Brussel in 1983 kocht Jan van der Togt de halve collectie… Die beelden vormen de trotse kern van de huidige museumcollectie. Jan Verschoor kreeg begin jaren 90 de dubbelrol van vrije kunstenaar en museumdirecteur/conservator. Dat Jan die taak op zich kon nemen was zonder twijfel mede dankzij de niet-aflatende steun die hij van Rob kreeg. Zeker ook bij de zakelijke kant van het runnen van een museum annex galerie. Het museum heeft zeer kunnen profiteren van Rob’s commerciële inzichten.
Rob bezit onvermoede gaven. Zo heeft hij Jan en zichzelf in het verleden meermalen behoed voor gevaarlijke situaties. Hij bezit een zesde-zintuigsensitiviteit met voorspellende kwaliteiten. Hij vertelde me dat ze dankzij zijn voorgevoelens bijvoorbeeld op tijd konden ontsnappen aan een aanstaande aardbeving in Italië en een op handen zijnde aanslag in Londen…
Het is bijzonder hoe honkvast en trouw Rob met zijn veelzijdige interesses geweest is en met hoeveel energie en vasthoudendheid hij zijn ambachtelijke expertise heeft ingezet voor de ontwikkeling van de kunst van Jan Verschoor. Pas rond 2007 is Rob zelfstandig begonnen met het construeren van de prachtige windmobiles, zoals die het dak van het museum sieren. Hij is daar eigenlijk aan begonnen – verklaarde Rob aan mij - omdat de bamboe die op het dak stond doodging…. Soms een stilleven, maar vaak ook een prachtig spel van dansen in de wind.
De windmobiles van Rob staan niet alleen op en bij Museum Jan van der Togt, maar ook elders in de publieke ruimte: wij kwamen bijvoorbeeld ooit een tegen in de tuin bij Chateau St. Gerlach in Zuid-Limburg. Zijn mobiles hebben mij geïnspireerd tot het opzetten van een lesprogramma Bewegende Beelden voor museum Jan van der Togt, dat dankzij financiële steun van de gemeente Amstelveen en de inzet van creatief ontwerpster Eva van Leeuwen tot stand is gekomen. Met mijn educatiecollega’s Gert Tusveld en Han Vellekoop verzorgen we deze lessenserie nu al voor het 8ste schooljaar. Ik laat jullie nu graag een video-impressie zien van Rob’s mobiles die ik aan het begin van die reeks lessenserie, in 2011 gemaakt heb: Rob Brünnmayer, kinetisch kunstenaar.
De werkplaats van Rob bevindt zich in het schooltje – hier een mooie foto van de buitenzijde – en is gelegen tegenover het atelier van Jan. Je kijkt daar je ogen uit. Ongelooflijk dat iemand daar kan vinden wat hij zoekt, maar Rob weet er feilloos de weg. We nemen de kinderen daar maar niet mee naar binnen…
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Jan en Rob komen langzamerhand naar de zaal, waar de presentatie begint
Rob neemt nog steeds nieuwe kunstzinnige initiatieven omdat hij steeds opnieuw wordt uitgedaagd door ambachtelijke constructiemogelijkheden van materialen. De expositie van glaskunstenaar Bert Grotjohann enkele jaren geleden in dit museum en de door hem gegeven workshops voor Vrienden van het Museum brachten Rob ertoe met vlakglas te gaan experimenteren. Hij nam de glasoven van Bert Grotjohann over die nu in het educatielokaal van het schooltje staat.
De witte reliëfs van karton dateren van zo’n drie jaar geleden. Bij de bouw van de nieuwe vleugel van het museum (de Jan Verschoorzaal) en de aanleg van de verlichting kwam zoveel verpakkingsmateriaal vrij dat Rob dacht: daar kan ik wat mee; ambachtsman pur sang! En Rob is daar duidelijk over: het resultaat is best belangrijk, maar het ‘doen’ is minstens zo leuk. Bij de recente mini-expositie van de wandreliëfs van Jaap Egmond dachten sommige bezoekers dat de werken van Rob ook tot die collectie behoorden.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Rob zoekt een plek op de eerste rij
Zoals uit dit verhaal blijkt, was Rob is dus echt de onmisbare man achter de schermen. In grote en kleine dingen. Hij zag op een gegeven moment bijvoorbeeld bij de Lidl een aanbieding van gekleurde kralen en liet dat aan Jan Verschoor zien. Het idee daar iets mee te gaan doen moest bij Jan even ‘landen’ maar prikkelde uiteindelijk zijn artistieke inzicht en begon hij de prachtige ‘sieraden voor het huis’ te ontwerpen die in het Museumhuis zijn geëxposeerd. En tot slot: het moge duidelijk zijn: Rob heeft twee rechterhanden. Maar hij heeft ook nog groene vingers. Let in het Museumhuis maar eens op de bak met Bowiea’s, waarvan Rob steeds weer een natuurlijk kunstwerk maakt. Het was een groot voorrecht om het verhaal van Rob Brünnmayer te mogen vertellen. Als jullie hem een beetje kennen dan weet je dat hij niet graag op de voorgrond treedt. Maar ik vond dat hij dit eerbetoon verdient – ik hoop dat jullie het met me eens zijn. Laat het applaus dan ook voor hem zijn! Dank voor jullie aandacht!
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Pim Mager voorzitter van de Stichting Jan Verschoor tijdens de presentatie van het leven en het werk van Rob Brünnmayer
Iedereen applaudisseerde langdurig, niet alleen voor Rob, maar ook voor deze prachtige presentatie, waarbij heel wat werk is verricht om het op deze wijze te presenteren. Daarna kreeg Jan Verschoor nog het woord. Hij begon met: 'Pim Geweldig!' en meteen volgde weer een groot applaus voor Pim. 'Na je gesprek met Rob zei je: 'nu weet ik alles van Rob'. Nou makkelijker kan het niet, allemaal goed. Toen zei je dat je een mooi verhaal voor Rob wilde maken zei Rob 'dat wil ik helemaal niet'. Ik zei, ik was er niet bij, ik ga er niet over. Vorige week twijfelde hij nog, maar toen hij hoorde dat er zoveel mensen zouden komen, kon hij er niet meer onderuit.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De vrienden van het Museum Jan van der Togt kwamen massaal naar de presentatie
Het gekke is dat veel mensen zeggen, nou Rob eindelijk in het zonnetje, maar dat komt echt niet door mij. Rob zei vannacht nog tegen mij: 'jij gaat toch wat zeggen hè?' Ik vond het echt geweldig en er zijn dingen die ik niet wist. Als je over de oorlog gaat vertellen weet ik dat hij het vaak onprettig vindt, want dan komen de dingen die nu op de tv zijn bij Rob weer naar voren en dan heeft hij het best vaak moeilijk. Daarom vind ik het mooi dat als ik er niet ben, hij toch wat verteld heeft aan Pim.' Na deze woorden pakte Jan Verschoor een mooi boeket, stootte de microfoon om – als oud-directeur let je niet meer op die dingen zei hij nog snel en gaf het boeket aan Pim Mager, dook weer weg achter het spreekgestoelte voor nog een kistje met wijn. Toen alles weer op zijn plek stond vervolgde Jan Verschoor met een bedankje aan het publiek dat op zondag zo vroeg uit bed kwam om hier aanwezig te zijn. En hij bedankte Marieke de directeur van het Museum Jan van der Togt met de woorden: 'Het is toch moeilijk als je een kleine 35 jaar hier bent en het dan ineens wordt overgenomen. Marieke doet het geweldig, ook met de Vrienden. Ik hoor vaak van het bestuur dat het een heel prettige samenwerking is en dat is voor ons ook heel belangrijk. Als het Museumhuis kan blijven bestaan, moet het met het Museum ook goed gaan. Ik heb er alle vertrouwen in. We hebben wel eens gedacht wij gaan weg, op een appartement wonen, maar alleen met Rob wonen…. dan mag ik niks meer.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Jan Verschoor: 'Pim Geweldig! Nu weet ik alles van Rob'!
Nu Lia Kraan is overleden die vaak mee ging naar modeshows en ik nu alleen wegga dan zegt Rob: 'Waar ga je heen?' en dan zegt hij 'Mag ik mee?' en na 10 minuten: 'Waarom moest ik eigenlijk mee?' Als ik alleen ben gegaan en ik kom thuis dan zegt Rob 'Ben je er nou al weer?' 'Het is dus best lastig geweest om ineens te zeggen dat we ermee stoppen, maar het is goed en het was een hele mooie tijd. Marieke, ik hoop natuurlijk dat je blijft en niet meteen gaat, want als jij weggaat, gaat alles over ons weer opnieuw beginnen'. Marieke beloofde dat ze voorlopig nog blijft en kreeg als dank van Jan tot haar verbazing ook een mooi boeket overhandigd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Marieke Uildriks de directeur van het museum feliciteert met de bloemen overladen Rob
Iedereen werd bedankt voor de mooie woorden en Jan en Rob nodigden alle aanwezigen uit voor een hapje en drankje. Het was weer een gezellig samenzijn en ook al was de bijeenkomst vroeg gepland, men ging met een tevreden gevoel huiswaarts. Niet alleen omdat het zo gezellig was, maar ook omdat Rob zo prachtig in het zonnetje was gezet.
Tegen half elf voegde Rob zich ook voorzichtig onder de aanwezigen, maar probeerde ongezien te blijven. Dat lukte hem deze keer niet al te best. In één van de toonzalen waren stoelen opgesteld en om een uur of half elf werd iedereen welkom geheten. Spoedig daarna kreeg Pim Mager het woord om zijn verhaal over Rob Brünnmayer met iedereen te delen.
De redactie van Amstelveenweb.com kreeg dit verhaal van de Pim Mager voorzitter van de Stichting Jan Verschoor om het te publiceren, ook de toestemming van Rob Brünnmayer zelf, dat zijn verhaal met de lezers van de website mag worden gedeeld. Veel dank aan de heer Mager voor zijn mooie verhaal dat u van hem hieronder mag meebeleven.
'Dit is het verhaal van Rob Brünnmayer. Als voorzitter van de Stichting Jan Verschoor heb ik de laatste jaren het voorrecht gehad om Rob (en Jan natuurlijk) beter te leren kennen. Rob is een bijzondere man met een bijzondere geschiedenis. Het leek me een goed idee en heel leuk om zijn verhaal te vertellen en zo door middel van deze voordracht een eerbetoon te brengen aan Rob, de man achter de schermen.
(Bron Wikipedia - 2019)
Het familiewapen van de familie Abendroth
Vandaar dus: het verhaal van Rob Brünnmayer von Abendroth zu Reichenberg. De eerste verrassing voor jullie waarschijnlijk: Rob stamt uit een adellijk geslacht. Maar hij heeft zich nooit laten voorstaan op dat blauw bloed… We kennen hem allemaal als een bescheiden man, zij het wel met een eigen mening…
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
Vader en moeder van Rob omstreeks 1935
De vader van Rob, Herman, is geboren in Wenen, maar Tsjechië was zijn thuisland. Na de Eerste Wereldoorlog is hij in Amsterdam ‘blijven hangen’. Hij was indertijd als koperslager betrokken geweest bij de fabricage van o.a. stoomketels voor locomotieven. Mede omdat hij op dit gebied enkele uitvindingen had gedaan, waarvoor hij patent kreeg, kwam hij ‘in the picture’ bij bierbrouwer Heineken. Begin jaren 1920 kwam hij bij Heineken in dienst. Hij leerde de moeder van Rob kennen, die een echte Jordaner was.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
Rob met zijn moeder
Hier, uit een wat losbladig fotoalbum van Rob, een kiekje van zijn ouders. Nostalgische plaatjes om te koesteren; jullie herkennen dat ongetwijfeld. Vader en moeder Brünnmayer kregen vier zonen. De oudste zoon was Herman (meer dan 10 jaar geleden overleden), daarna kwam Harry, toen een broertje dat maar 3 maanden heeft geleefd en toen Rob; dan praten we over 1936. Broer Harry is in september van het vorig jaar op 95-jarige leeftijd overleden. Hij was een trouwe Vriend van Museum Jan van der Togt.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De mannen van de familie Brünnmayer in 1939
Rob heeft uit zijn oude fotoverzameling nog een paar plaatjes van hem als kind opgedoken. Veel van zijn verzameling is verloren gegaan bij de dramatische brand in december 2006. Jullie kunnen je dat waarschijnlijk nog wel herinneren. Belangrijke kunstwerken konden gelukkig gespaard worden maar veel persoonlijke herinneringen helaas niet.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De jonge Rob
De vader van Rob, Herman dus, had een avontuurlijke inslag. Hij sprak behalve Nederlands en Tsjechisch ook Duits, Frans, Engels en Russisch. Rob spreekt met veel bewondering over hem. Hij was een reiziger: Rob zocht hem o.a. op in Engeland en in Zuid-Frankrijk waar Herman enige tijd als butler werkte. Het gevoel voor ambacht en de kunstzinnige aanleg heeft Rob vermoedelijk van zijn vader. Niet alleen was vader Herman koperslager en houtvester, hij werkte ook met textiel (de familie bezat o.a. een kousenfabriek in Tsjechië) en hij schilderde landschappen en stillevens. Van veel markten thuis dus, net als Rob.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vond de familie het verstandig dat Rob naar zijn grootmoeder in Tsjechië verhuisde. Daar bracht hij dan ook een belangrijk deel van zijn lagere schooltijd door. Hij woonde in een kasteel in Varnsdorf dat vandaag de dag dienst doet als cultureel centrum. Hierboven (Pim toont een foto) was zijn kamer, eerder die van zijn vader. Op die kamer met balkon had de jonge Herman een jonge adelaar tot huisdier opgevoed; een verhaal dat Rob je later vast nog wel eens wil vertellen.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
In het museumhuis hangt de klok die Rob maakte toen hij 19 was, in 1955
Tijdens het verblijf in Varnsdorf bracht Rob als jochie soms uren in het bos door. Het verhaal gaat dat hij op een keer oog in oog kwam te staan met een wolf, doodstil bleef staan tot het dier weer verder liep. Een van de vele levenslessen van Rob. Over de vreselijke en chaotische tijd aan het einde van de oorlog praat Rob liever niet. Veel dramatische beelden staan wel op zijn netvlies gegrift en die spelen hem nog regelmatig parten. Als 9-jarige ging hij te voet van Varnsdorf de 160 km naar Praag, waar hij met andere kinderen door de Amerikanen werd opgepakt en per trein op transport ging naar Nederland (Maastricht). Het zijn dit soort jeugdige ervaringen die Rob gevormd hebben en hem hebben geleerd op zijn eigen manier tegen de werkelijkheid aan te kijken. Een eigenschap die hem later als assistentkunstenaar goed van pas zou komen. In de moeilijke naoorlogse jaren zijn de ouders van Rob gescheiden. Na de lagere school ging Rob in 1950 naar de ambachtsschool aan de Postjesweg in Amsterdam.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
De Heineken brouwerij in Amsterdam
Inmiddels een rijksmonument, met aan de ingang o.a. beeldhouwwerk van Hildo Krop. De ambachtsschool betekende voor Rob - in de voetsporen van zijn vader - de eerste echte kennismaking met techniek en technische beroepen. Rob had al heel vroeg affiniteit met vormgeving: technisch tekenen en daarna uitvoeren. Om wat bij te verdienen gingen ze met zelfgemaakte kerstversieringen langs de deuren. Met Joods bloed in de aderen zat ook het handel drijven er bijna vanzelfsprekend in. En Rob is zijn leven lang koopman gebleven…. Na 2 jaar ambachtsschool vond Rob het wel genoeg en koos hij voor vervolgopleidingen via de avondschool: middenstandsdiploma, textiele vormgeving. Zijn eerste baan was bij het elektrotechnisch installatiebedrijf Groeneveld & Van de Pol (later gefuseerd in Getronics) aan de Papaverweg in Amsterdam.
(Bron Rob Brünnmayer - 2019)
De onbewoonbaar verklaarde woningen aan de Dorpsstraat in Nieuwer-Amstel werden het atelier van Jan en Rob
Hij was toen 17. Dat was vooral grof-industrieel werk aan motoren. Het bedrijf legde zich toe op meet- en regelapparatuur, o.a. voor de scheepvaart. En zo werkte Rob enige tijd op een sleepboot, boeiend maar toch niet echt zijn ding. Dat leidde enkele jaren in van veel wisselende banen en baantjes, vooral als elektrotechnisch installateur - of pijpenboer zoals hij dat noemt. Hij werkte ook bij hoedenmaker Jacobs & Vles op de Prinsengracht, waar hij hielp bij het persen van hoeden. En zo kwam hij zelfs bij een dameskapper op de Zeedijk terecht: eerst alleen voor reparaties en inrichtingswerkzaamheden. Maar later werd Rob zo gefascineerd door de kappersvloeistoffen dat hij ook werd ingezet voor watergolven en permanenten. Dus dames, als je nog eens omhoog zit… Later, in dienst bij het Sociaal Bouwfonds legde hij de prikklok- en geluidsinstallatie aan.
(Bron Wikipedia - 2019)
Vincent Pieter Semeyn (Piet) Esser (1914-2004) was een Nederlandse beeldhouwer
Op zijn 23ste schreef Rob zich in bij de Kamer van Koophandel en ging hij voor zichzelf beginnen. Hij was zo buitengewoon handig dat hij alles wat hem interesseerde kon aanpakken. Belangstelling voor klokken zat er bij hem al heel jong in; hij ging al met zijn moeder kijken hoe kerkklokken werken. Als kleine zelfstandige had hij na een advertentie in Het Parool dan ook binnen de kortste keren vier antiquairs als klant, met name voor mechanische reparatieklussen en dus vooral van klokken.
En hij ging zelf klokken bouwen. Hij had voor zijn 20ste al een aantal klokken gemaakt die nog steeds in zijn trotse bezit zijn. De rechter kocht hij; de linker maakte hij vervolgens zelf. En deze heeft een prominente plaats in het Museumhuis. Die hebben jullie vast wel eens gezien; hij maakte deze klok op zijn 19ste. Tussendoor had hij ook nog tijd voor pianolessen. Net als broer Harry was, is Rob heel muzikaal. We praten over 1963 als Rob in het uitgaansleven Jan Verschoor ontmoet.
Jan was toen 20. Hij had zijn opleiding bij de Rijksacademie gevolgd en werkte bij de televisie als decorbouwer. Eigenlijk was het Rob die Jan overhaalde om daar weg te gaan. Rob had zoveel werk liggen op het gebied van restauraties dat ze dat prima samen konden voortzetten. Dat luidde een bijna levenslange periode van samenwerking in. Al gauw ook op het gebied van artistieke werkzaamheden: eerst vooral beelden gieten, daarna steeds weer nieuwe kunstprojecten. De werkplaats die Rob had aan het Muntplein in Amsterdam was dan ook al gauw te klein. Jan had tot zijn 20ste bij zijn ouders aan de Amstelveenseweg gewoond. Daarna hebben Jan en Rob samen de onbewoonbaar verklaarde woning aan de Dorpsstraat in Amstelveen betrokken die ze geleidelijk aan, voor zover de eigen middelen dat toestonden, hebben opgeknapt.
Wat de kunstuitingen betreft hebben we het dan nog over de fase, waarin de beginnend kunstenaar Jan Verschoor zich begon te verzetten tegen de traditionele figuratieve doctrine van de Rijksacademie. Vrije expressie in abstracte vormen werd nog niet bepaald gewaardeerd. Rob maakte in die tijd ook kennis met Jan’s docenten zoals Piet Esser en Cor Hund.
(Bron Jan Verschoor - 2019)
Polyester bollen van Jan Verschoor in de Keukenhof in 1980
Bij het vermaarde studentikoze kunstenaarsprotest van Jan Verschoor in 1963 – in feite zijn abstracte ‘coming-out’ – jullie weten dat misschien: dat de Volkskrant haalde met het artikel: ‘Abstracte vondeling gelegd bij Stedelijk Museum’ - speelde Rob nog geen rol. Wel bij de opdrachten, uitgevoerd in de ateliers als van beeldhouwer Mari Andriessen, gericht op de technische vervolmaking van de kunstwerken. Dat was Rob op het lijf geschreven. Het kenmerkt ook de manier, waarop Rob tegen kunst aankijkt: voortdurend geïntrigeerd door het ambacht dat aan de werken ten grondslag ligt. Van Jan Verschoor kun je zeggen dat hij in zijn carrière als beeldend kunstenaar steeds bezig geweest is met het streven naar esthetische, artistieke perfectie. En zo geldt voor Rob het alsmaar zoeken naar de technische volmaaktheid van het werk. Jan en Rob vormden daarmee dus een niet te evenaren, prachtig koppel.
(Foto Amstelveenweb.com - 2005)
Jan Verschoor in zijn atelier aan de Amstelzijde in Amstelveen op 20 mei 2005
(Foto Amstelveenweb.com - 2005)
Het drukke atelier van Jan Verschoor aan de Amstelzijde in Amstelveen op 20 mei 2005 tijdens de Atelierroute
Rob had het gips gieten oorspronkelijk van Jan geleerd (Jan deed dat al in de bedstee bij zijn ouders thuis toen hij een jaar of 15 was…), maar het was de uitvinding van Rob om de overgang te maken naar het gebruik van polyester (pasta met twee-componenten lijm). Dat betekende een geweldige technische vooruitgang.
Het enorme, 11 meter hoge beeld van Che Guevara maakten Jan en Rob in 1969 voor de opera ‘Reconstructie’ in het kader van het Holland Festival. Dat was een productie gecreëerd door een kunstenaarscollectief van grote namen als Peter Schat, Hugo Claus, Harry Mulisch en Louis Andriessen. Rob heeft zich als de bescheiden assistent van Jan Verschoor heel prettig gevoeld bij het ontwikkelen van nieuw materiaalgebruik en de ambachtelijk perfecte toepassing daarvan. ‘Vakmanschap is meesterschap’ was de slogan van bierbrouwer Grolsch eind jaren 60. Paul Huf maakte de welhaast iconische foto van Jan en Rob aan het werk in hun atelier. Even inzoomen op Rob….
(Foto Amstelveenweb.com - 2006)
Op 22 december 2006 is brand ontstaan in het woongedeelte van het Museum Jan van der Togt
Rob heeft dus een heel belangrijke stimulerende rol vervuld in het gaan gebruiken van innoverende materialen als polyester. Het gebruik van polyester heeft de jonge beeldhouwer Jan Verschoor echt op de artistieke kaart gezet. Denk aan de prachtige monumentale bollen in de hal van het Congrescentrum in Den Haag, in de buitenruimte van de gemeente Assen en in de Keukenhof. Zonder Rob hadden ze er niet gestaan. En er volgden op dat gebied meer vernieuwende ontwikkelingen. Al snel was dan ook meer ruimte nodig en na een periode aan de Ouderkerkerlaan werd die gevonden op de Amsteldijk-Noord in Ouderkerk: een oud schoolgebouw waar Jan en Rob de beschikking kregen over het gymnastieklokaal.
Er zijn mooie beelden van hun atelier aan de Amsteldijk. Op zich eigenlijk al totaalkunst. Deze prachtige foto impressies herinneren jullie je misschien uit het kunstboek dat onder redactie van medebestuurslid van de Stichting Jan Verschoor, Ruud Lapré, in 2003 is verschenen. Dat was ter gelegenheid van de oeuvre expositie van Jan Verschoor in het Cobra Museum.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De windmobiles van Rob staan op het dak van het Museum Jan van der Togt
Rob heeft geprobeerd aan mij uit te leggen hoe kunstwerken zoals het beeld in de vijver van de Groenhof in Amstelveen (kosten 65.000 gulden!) en vele andere tot stand zijn gekomen: inwendige constructies met kernspijkers, betonijzer, piepschuim, polyesterharder, siliconenrubber, wasmodel, chamotteklei…: voor een leek als ik duizelingwekkend en onnavolgbaar. Met prachtige karakteristieke resultaten. Jullie moeten het hem zelf nog maar eens vragen aan de hand van de kunstwerken, waarvan je kunt genieten in het museum en het Museumhuis. Elk werk heeft een ambachtelijk verhaal.
(Foto Amstelveenweb.com - 2006)
Rob Brünnmayer tijdens de Atelierroute van 2006 op 2 juli in de tuin van het museum,
waar ook zijn kinetische kunstwerken stonden
Een kleine selectie van de bronzen sculpturen - Pim toonde een aantal foto's. Prachtige voorbeelden van hoe de esthetische perfectie van Jan en de ambachtelijke perfectie van Rob elkaar hebben versterkt. Ultiem genieten van deze ruimtelijke schoonheid. Dit is – als voorbeeld van hoe Jan en Rob dat vaak deden - een klein prototype van een kunstwerk dat daarna in grotere dimensies is uitgevoerd. Voor het uiteindelijk resultaat was de goede samenwerking met een bekwame bronsgieter natuurlijk onontbeerlijk. Een van de technische innovaties die ook de verdienste waren van Rob, was het gebruik van de galvaniseertechniek, of zoals Rob dat zelf noemt: elektroformeren. Hier het principe: twee electroden in een bak met kopersulfaat. In het atelier aan de Ouderkerkerlaan stond een bak van 9000 liter, waarin die elektrodes gedompeld werden. En dit zijn mallen die daarvoor gebruikt werden.
Dat heeft geresulteerd in een aantal indrukwekkende wandreliëfs zoals op deze dia’s. De laatste hebben jullie waarschijnlijk wel eens in het schooltje hiernaast zien hangen; die is van polyester. De marmeren sculpturen zijn een verhaal apart. Beelden als deze werden echt uit een blok marmer gehakt, geslepen en geschuurd. Maar deze is feitelijk gemaakt van een stuk afval van een toilettafel: de ronde schijf die overbleef door het uitzagen van het gat voor de wasbak.
Ook hout werd beproefd als materiaal voor sculpturen …. Jan Verschoor wordt beschouwd als een artistieke eenling (althans zo beschrijft Ruud Lapré hem in het eerder genoemde kunstboek), maar eigenlijk was er toch sprake van een artistiek duo. Een expositie in galerie Douma in Amsterdam in 1969, met werk van Jaap Egmond aan de wand en Jan Verschoor op de vloer, vormde in feite de basis voor Museum Jan van der Togt. Het Financieel Dagblad schreef erover en dat was voor Tomado-industrieel Jan van der Togt (toen woonachtig in Antwerpen) aanleiding om naar Amsterdam te komen en werk van Jan te kopen.
Het begin van wat een langdurige vriendschap zou worden tussen Jan & Rob en het echtpaar Van der Togt. Tijdens een solo-expositie van Jan Verschoor in Brussel in 1983 kocht Jan van der Togt de halve collectie… Die beelden vormen de trotse kern van de huidige museumcollectie. Jan Verschoor kreeg begin jaren 90 de dubbelrol van vrije kunstenaar en museumdirecteur/conservator. Dat Jan die taak op zich kon nemen was zonder twijfel mede dankzij de niet-aflatende steun die hij van Rob kreeg. Zeker ook bij de zakelijke kant van het runnen van een museum annex galerie. Het museum heeft zeer kunnen profiteren van Rob’s commerciële inzichten.
Rob bezit onvermoede gaven. Zo heeft hij Jan en zichzelf in het verleden meermalen behoed voor gevaarlijke situaties. Hij bezit een zesde-zintuigsensitiviteit met voorspellende kwaliteiten. Hij vertelde me dat ze dankzij zijn voorgevoelens bijvoorbeeld op tijd konden ontsnappen aan een aanstaande aardbeving in Italië en een op handen zijnde aanslag in Londen…
Het is bijzonder hoe honkvast en trouw Rob met zijn veelzijdige interesses geweest is en met hoeveel energie en vasthoudendheid hij zijn ambachtelijke expertise heeft ingezet voor de ontwikkeling van de kunst van Jan Verschoor. Pas rond 2007 is Rob zelfstandig begonnen met het construeren van de prachtige windmobiles, zoals die het dak van het museum sieren. Hij is daar eigenlijk aan begonnen – verklaarde Rob aan mij - omdat de bamboe die op het dak stond doodging…. Soms een stilleven, maar vaak ook een prachtig spel van dansen in de wind.
De windmobiles van Rob staan niet alleen op en bij Museum Jan van der Togt, maar ook elders in de publieke ruimte: wij kwamen bijvoorbeeld ooit een tegen in de tuin bij Chateau St. Gerlach in Zuid-Limburg. Zijn mobiles hebben mij geïnspireerd tot het opzetten van een lesprogramma Bewegende Beelden voor museum Jan van der Togt, dat dankzij financiële steun van de gemeente Amstelveen en de inzet van creatief ontwerpster Eva van Leeuwen tot stand is gekomen. Met mijn educatiecollega’s Gert Tusveld en Han Vellekoop verzorgen we deze lessenserie nu al voor het 8ste schooljaar. Ik laat jullie nu graag een video-impressie zien van Rob’s mobiles die ik aan het begin van die reeks lessenserie, in 2011 gemaakt heb: Rob Brünnmayer, kinetisch kunstenaar.
De werkplaats van Rob bevindt zich in het schooltje – hier een mooie foto van de buitenzijde – en is gelegen tegenover het atelier van Jan. Je kijkt daar je ogen uit. Ongelooflijk dat iemand daar kan vinden wat hij zoekt, maar Rob weet er feilloos de weg. We nemen de kinderen daar maar niet mee naar binnen…
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Jan en Rob komen langzamerhand naar de zaal, waar de presentatie begint
Rob neemt nog steeds nieuwe kunstzinnige initiatieven omdat hij steeds opnieuw wordt uitgedaagd door ambachtelijke constructiemogelijkheden van materialen. De expositie van glaskunstenaar Bert Grotjohann enkele jaren geleden in dit museum en de door hem gegeven workshops voor Vrienden van het Museum brachten Rob ertoe met vlakglas te gaan experimenteren. Hij nam de glasoven van Bert Grotjohann over die nu in het educatielokaal van het schooltje staat.
De witte reliëfs van karton dateren van zo’n drie jaar geleden. Bij de bouw van de nieuwe vleugel van het museum (de Jan Verschoorzaal) en de aanleg van de verlichting kwam zoveel verpakkingsmateriaal vrij dat Rob dacht: daar kan ik wat mee; ambachtsman pur sang! En Rob is daar duidelijk over: het resultaat is best belangrijk, maar het ‘doen’ is minstens zo leuk. Bij de recente mini-expositie van de wandreliëfs van Jaap Egmond dachten sommige bezoekers dat de werken van Rob ook tot die collectie behoorden.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Rob zoekt een plek op de eerste rij
Zoals uit dit verhaal blijkt, was Rob is dus echt de onmisbare man achter de schermen. In grote en kleine dingen. Hij zag op een gegeven moment bijvoorbeeld bij de Lidl een aanbieding van gekleurde kralen en liet dat aan Jan Verschoor zien. Het idee daar iets mee te gaan doen moest bij Jan even ‘landen’ maar prikkelde uiteindelijk zijn artistieke inzicht en begon hij de prachtige ‘sieraden voor het huis’ te ontwerpen die in het Museumhuis zijn geëxposeerd. En tot slot: het moge duidelijk zijn: Rob heeft twee rechterhanden. Maar hij heeft ook nog groene vingers. Let in het Museumhuis maar eens op de bak met Bowiea’s, waarvan Rob steeds weer een natuurlijk kunstwerk maakt. Het was een groot voorrecht om het verhaal van Rob Brünnmayer te mogen vertellen. Als jullie hem een beetje kennen dan weet je dat hij niet graag op de voorgrond treedt. Maar ik vond dat hij dit eerbetoon verdient – ik hoop dat jullie het met me eens zijn. Laat het applaus dan ook voor hem zijn! Dank voor jullie aandacht!
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Pim Mager voorzitter van de Stichting Jan Verschoor tijdens de presentatie van het leven en het werk van Rob Brünnmayer
Iedereen applaudisseerde langdurig, niet alleen voor Rob, maar ook voor deze prachtige presentatie, waarbij heel wat werk is verricht om het op deze wijze te presenteren. Daarna kreeg Jan Verschoor nog het woord. Hij begon met: 'Pim Geweldig!' en meteen volgde weer een groot applaus voor Pim. 'Na je gesprek met Rob zei je: 'nu weet ik alles van Rob'. Nou makkelijker kan het niet, allemaal goed. Toen zei je dat je een mooi verhaal voor Rob wilde maken zei Rob 'dat wil ik helemaal niet'. Ik zei, ik was er niet bij, ik ga er niet over. Vorige week twijfelde hij nog, maar toen hij hoorde dat er zoveel mensen zouden komen, kon hij er niet meer onderuit.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De vrienden van het Museum Jan van der Togt kwamen massaal naar de presentatie
Het gekke is dat veel mensen zeggen, nou Rob eindelijk in het zonnetje, maar dat komt echt niet door mij. Rob zei vannacht nog tegen mij: 'jij gaat toch wat zeggen hè?' Ik vond het echt geweldig en er zijn dingen die ik niet wist. Als je over de oorlog gaat vertellen weet ik dat hij het vaak onprettig vindt, want dan komen de dingen die nu op de tv zijn bij Rob weer naar voren en dan heeft hij het best vaak moeilijk. Daarom vind ik het mooi dat als ik er niet ben, hij toch wat verteld heeft aan Pim.' Na deze woorden pakte Jan Verschoor een mooi boeket, stootte de microfoon om – als oud-directeur let je niet meer op die dingen zei hij nog snel en gaf het boeket aan Pim Mager, dook weer weg achter het spreekgestoelte voor nog een kistje met wijn. Toen alles weer op zijn plek stond vervolgde Jan Verschoor met een bedankje aan het publiek dat op zondag zo vroeg uit bed kwam om hier aanwezig te zijn. En hij bedankte Marieke de directeur van het Museum Jan van der Togt met de woorden: 'Het is toch moeilijk als je een kleine 35 jaar hier bent en het dan ineens wordt overgenomen. Marieke doet het geweldig, ook met de Vrienden. Ik hoor vaak van het bestuur dat het een heel prettige samenwerking is en dat is voor ons ook heel belangrijk. Als het Museumhuis kan blijven bestaan, moet het met het Museum ook goed gaan. Ik heb er alle vertrouwen in. We hebben wel eens gedacht wij gaan weg, op een appartement wonen, maar alleen met Rob wonen…. dan mag ik niks meer.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Jan Verschoor: 'Pim Geweldig! Nu weet ik alles van Rob'!
Nu Lia Kraan is overleden die vaak mee ging naar modeshows en ik nu alleen wegga dan zegt Rob: 'Waar ga je heen?' en dan zegt hij 'Mag ik mee?' en na 10 minuten: 'Waarom moest ik eigenlijk mee?' Als ik alleen ben gegaan en ik kom thuis dan zegt Rob 'Ben je er nou al weer?' 'Het is dus best lastig geweest om ineens te zeggen dat we ermee stoppen, maar het is goed en het was een hele mooie tijd. Marieke, ik hoop natuurlijk dat je blijft en niet meteen gaat, want als jij weggaat, gaat alles over ons weer opnieuw beginnen'. Marieke beloofde dat ze voorlopig nog blijft en kreeg als dank van Jan tot haar verbazing ook een mooi boeket overhandigd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Marieke Uildriks de directeur van het museum feliciteert met de bloemen overladen Rob
Iedereen werd bedankt voor de mooie woorden en Jan en Rob nodigden alle aanwezigen uit voor een hapje en drankje. Het was weer een gezellig samenzijn en ook al was de bijeenkomst vroeg gepland, men ging met een tevreden gevoel huiswaarts. Niet alleen omdat het zo gezellig was, maar ook omdat Rob zo prachtig in het zonnetje was gezet.