Bijgewerkt: 9 november 2024

Herdenking Holocaust bij
'Nooit meer teruggekomen' monument - 2021

Foto's -> Wereldoorlog II -> Van Toen naar Heden

Herdenking Holocaust bij'Nooit meer teruggekomen' monument
(Foto Amstelveenweb.com - 2021)

De vlaggen van Nederland en Amstelveen wapperen in de wind voor het Amstelveens monument 'Nooit meer teruggekomen'

Bron: Amstelveen Oranje/Amstelveenweb/Wikipedia - 09-04-2021

Elk jaar herdenkt de joodse gemeenschap in Nederland hun 102.000 familieleden, vrienden en andere dierbaren die tijdens de Sjoa (Holocaust) vermoord zijn. Op 8 april 2021 (27 Nisan 5.781 op de Hebreeuwse kalender) vond de herdenking plaats voor de gehele joodse gemeenschap in Nederland in al zijn verscheidenheid. Er namen 34 joodse organisaties deel aan de Stichting Jom Hasjoa-herdenking.

Sjoa herdenking in Amstelveen
Burgemeester Tjapko Poppens, Hugo van de Kooij en Roland Vos - vertegenwoordigers van Stichting Amstelveen Oranje en rabbijn Shmuel Katz namens de Stichting Zikna herdachten op vrijdagmiddag 9 april 2021 bij het Amstelveens namenmonument 'Nooit meer teruggekomen'. Dit monument staat in het plantsoen aan de Prins Bernardlaan met de namen van de 166 Amstelveense Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd naar de vernietigingskampen. Jom Hasjoa (letterlijk de dag van de vernietiging) is de jaarlijkse dag voor de herdenking van de Sjoa (Holocaust). De Holocaust, ook bekend als de Shoah, was de genocide op de Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1941 en 1945 vermoordden nazi-Duitsland en zijn collaborateurs systematisch ongeveer zes miljoen Joden in het door Duitsland bezette Europa, ongeveer tweederde van de Joodse bevolking van Europa. De moorden werden uitgevoerd in pogroms en massale schietpartijen; door een beleid van uitroeiing door werk in concentratiekampen; en in gaskamers en gaswagens in Duitse vernietigingskampen, voornamelijk Auschwitz, Bełżec, Chełmno, Majdanek, Sobibór, en Treblinka in bezet Polen.

Plaatsen van een bloemstuk
Er was geen ruchtbaarheid gegeven aan deze bijeenkomst, vanwege het feit dat er zoveel mogelijk rekening gehouden werd met de corona maatregelen. Alleen enkele mensen van de pers waren uitgenodigd. Hugo van der Kooij legde de procedure uit, waarna burgemeester van Amstelveen Tjapko Poppens als eerste een bloemstuk plaatste en zijn eer betuigde. Na hem volgde rabbijn Shmuel Katz namens de Stichting Zikna en bracht in stilte zijn gebed uit. Tot slot plaatste Roland Vos als vertegenwoordiger van Stichting Amstelveen Oranje een bloemstuk. Toespraken werden niet gehouden en na deze korte samenkomst, ging iedereen weer zijns weegs.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2021)

Het monument 'Nooit meer teruggekomen' aan de Prins Bernhardlaan in Amstelveen met de namen van de 166 joden uit Amstelveen die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd naar de vernietigingskampen


De Geschiedenis
Duitsland voerde de vervolging in fasen uit. Na Adolf Hitler's benoeming tot Rijkskanselier op 30 januari 1933, bouwde het regime een netwerk van concentratiekampen in Duitsland voor politieke tegenstanders en degenen die als "ongewenst" werden beschouwd, te beginnen met Dachau op 22 maart 1933. Na het aannemen van de Machtigingswet op 24 maart, die Hitler volledige macht gaf, begon de regering Joden te isoleren van de burgermaatschappij; dit omvatte het boycotten van Joodse bedrijven in april 1933 en het uitvaardigen van de Neurenberg Wetten in september 1935.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2021)

Roland Vos, rabbijn Shmuel Katz en Tjapko Poppens burgemeester van Amstelveen voor het monument
na de plaatsing van de bloemstukken


Op 9-10 november 1938, acht maanden nadat Duitsland Oostenrijk had geannexeerd, werden in heel Duitsland en Oostenrijk Joodse bedrijven en andere gebouwen geplunderd of in brand gestoken tijdens wat bekend werd als de Kristallnacht (de "Nacht van het Gebroken Glas"). Nadat Duitsland in september 1939 Polen was binnengevallen en de Tweede Wereldoorlog had ontketend, richtte het regime getto's in om Joden te segregeren. Uiteindelijk werden duizenden kampen en andere detentiecentra opgericht in het door Duitsland bezette Europa.


Een korte impressie van de herdenking


De segregatie van Joden in getto's culmineerde in het uitroeiingsbeleid dat de nazi's de Endlösung der Judenfrage noemden en dat door hoge nazi-functionarissen werd besproken op de Wannsee-conferentie in Berlijn in januari 1942. Naarmate Duitse troepen gebieden in het Oosten veroverden, werden alle anti-Joodse maatregelen geradicaliseerd. Onder coördinatie van de SS, met aanwijzingen van de hoogste leiding van de nazi-partij, werden moorden gepleegd in Duitsland zelf, in heel bezet Europa en in gebieden die werden gecontroleerd door de Duitse bondgenoten. Paramilitaire doodseskaders, Einsatzgruppen genaamd, vermoordden in samenwerking met het Duitse leger en plaatselijke collaborateurs tussen 1941 en 1945 ongeveer 1,3 miljoen Joden in massale schietpartijen en pogroms. Medio 1942 werden de slachtoffers vanuit getto's in heel Europa in verzegelde goederentreinen gedeporteerd naar vernietigingskampen waar zij, als zij de reis overleefden, werden vergast, bewerkt of doodgeslagen, of gedood door ziektes, medische experimenten of tijdens dodenmarsen. Het moorden ging door tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa in mei 1945.

De Europese Joden waren het doelwit van uitroeiing als onderdeel van een groter gebeuren tijdens het Holocaust-tijdperk (1933-1945), waarin Duitsland en zijn collaborateurs miljoenen anderen vervolgden en vermoordden, waaronder etnische Polen, Sovjetburgers, Sovjetkrijgsgevangenen, Roma, gehandicapten, Jehova's Getuigen, politieke dissidenten, homoseksuelen en Zwarte Duitsers.

Woensdag 8 april 2021
In Amsterdam vond de herdenking plaats op 8 april, de officiële datum: 27 Nisan 5.781 op de Hebreeuwse kalender. De presentatie van de herdenking was in handen van David Simon. Burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, hield een toespraak, waarna leerlingen van de joodse basisschool Rosj Pina 6 fakkels hebben ontstoken. De fakkels symboliseren de 6 miljoen vermoorde vrouwen, mannen en kinderen tijdens de Sjoa. Ook de Ambassadeur van Isra?l, Z.E. Naor Gilon, voerde het woord en daarnaast gaf Staatssecretaris Blokhuis een toespraak namens de Nederlandse overheid.

Klik hier voor andere foto's in de categorie Wereldoorlog II