Riekermolen - 2004
Foto's -> Gebouwen -> Diversen(Amstelveenweb.com collectie - 2004)
De Riekermolen aan de Amsteldijk
Bron: Samenvattende tekst uit boekje "Driehonderd jaar molens en molenaars in de Bovenkerkerpolder"
De Riekermolen aan de Amsteldijk
Bron: Samenvattende tekst uit boekje "Driehonderd jaar molens en molenaars in de Bovenkerkerpolder"
Deze molen is gebouwd in 1636 en ligt aan de westzijde van de Amstel bij het Kalfje. Hij bemaalt tesamen met een elektrisch gemaal, de 515 hectare grote tuinstad Buitenveldert op Amstellands boezem.
In 1636 werd door Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland aan de inwoners van Sloten, de Vrije Geer en Rieck vergunning verleend, om hun landen te bepolderen en te bemalen met een "bequame achtkante wint" watermolen. De hierna in dat jaar gebouwde en vermoedelijk vanaf het begin bewoonde schepradmolen, werd in 1871 vervijzeld.
Hij bemaalde tot in 1932 de ongeveer 395 hectare grote polder op windkracht. In dat jaar werd naast de molen een motorgemaal met centrifugaalpomp gebouwd, dat zijn taak overnam. De na-oorlogse westelijke stadsuitbreidingen van Amsterdam, maakten vergroting van de Nieuwe Meer ten behoeve van de zandwinning nodig. Dit had tot gevolg dat een groot deel van de in de gemeente Sloten gelegen Riekerpolder, vroeger ook wel Sloterbuitenpolder genoemd, tot water moest worden vergraven.
De sinds 1932 stilstaande, maar geheel intact zijnde molen kon niet worden gehandhaafd en werd in 1956 afgebroken. Het gemeentebestuur van Amsterdam besloot echter de molen aan de westkant van de Amstel bij het Kalfje te herbouwen. De herbouw van de molen liep grote vertraging op, voornamelijk door het overlijden van molenmaker Brandhorst (Zoetermeer) die tijdens de werkzaamheden een dodelijke val maakte. In 1961 werd de herbouw voltooid en sindsdien is de molen min of meer regelmatig in gebruik voor uitmaling voor de waterverversing van Buitenveldert. Vanaf 1961 heeft de molen fokwieken.
In 1636 werd door Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland aan de inwoners van Sloten, de Vrije Geer en Rieck vergunning verleend, om hun landen te bepolderen en te bemalen met een "bequame achtkante wint" watermolen. De hierna in dat jaar gebouwde en vermoedelijk vanaf het begin bewoonde schepradmolen, werd in 1871 vervijzeld.
Hij bemaalde tot in 1932 de ongeveer 395 hectare grote polder op windkracht. In dat jaar werd naast de molen een motorgemaal met centrifugaalpomp gebouwd, dat zijn taak overnam. De na-oorlogse westelijke stadsuitbreidingen van Amsterdam, maakten vergroting van de Nieuwe Meer ten behoeve van de zandwinning nodig. Dit had tot gevolg dat een groot deel van de in de gemeente Sloten gelegen Riekerpolder, vroeger ook wel Sloterbuitenpolder genoemd, tot water moest worden vergraven.
De sinds 1932 stilstaande, maar geheel intact zijnde molen kon niet worden gehandhaafd en werd in 1956 afgebroken. Het gemeentebestuur van Amsterdam besloot echter de molen aan de westkant van de Amstel bij het Kalfje te herbouwen. De herbouw van de molen liep grote vertraging op, voornamelijk door het overlijden van molenmaker Brandhorst (Zoetermeer) die tijdens de werkzaamheden een dodelijke val maakte. In 1961 werd de herbouw voltooid en sindsdien is de molen min of meer regelmatig in gebruik voor uitmaling voor de waterverversing van Buitenveldert. Vanaf 1961 heeft de molen fokwieken.