Antwoord College Amstelveen op de vragen van D66 ivm ateliers
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
20-06-2013
Op 20 mei 2013 heeft u op grond van artikel 33 van het Reglement van Orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Amstelveen aan ons een aantal vragen gesteld over het ateliergebouw Legmeer. In deze brief gaan wij in op de door u gestelde vragen. Voor de volledigheid herhalen wij uw inleiding en de door u gestelde vragen in schuin lettertype. Daaronder volgt de beantwoording.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Rien Alink, raadslid van D66-Amstelveen tijdens een raadsvergadering in 2012
In de brief van 5-5-2013 hebben de Amstelveense kunstenaars met een gesubsidieerd atelier gereageerd op het voornemen van het college tot concentratie van alle ateliers in het gebouw Bouwerij 81 op het bedrijventerrein Legmeer. De locatie Amsterdamseweg 24 en Van Weerden Poelmanlaan 4 zouden op deze wijze “vrijgespeeld” worden.
De oorspronkelijke plannen van het College voor een Art-factory met mogelijk een expositiegelegenheid zijn inmiddels terzijde geschoven. De huidige door het college voorgestelde planvorming is verbonden met de leegstand van kantoorgebouwen. De voorgestelde ruimte wordt echter door de kunstenaars niet als een reëel alternatief beschouwd gezien o.a. de beperking van de ruimtes, het karakter van het gebouw en onaantrekkelijkheid voor bezoekers. In relatie tot de inhoud van genoemde brief en de plannen voor concentratie van de ateliers stelt de fractie van D66 de volgende vragen aan het college:
1. Welke dwingende noodzaak is aanwezig om de huidige ateliers aan de Amsterdamse weg en de van Weerden Poelmanlaan te concentreren in een kantoorpand op een industrieterrein, nu het plan voor een apart Art-Factory door het college is verlaten? Welke voor- en nadelen zijn volgens het college verbonden aan de verplaatsing en concentratie van de huidige ateliers?
Ter voorkoming van misverstanden: het College heeft het idee van een Art Factory zeker niet verlaten. Zoals wethouder Levie op 5 september 2012 aan de commissie B & S heeft laten weten is het idee van het college om een ‘nieuwbouw’ containerdorp te realiseren, naar voorbeeld van een soortgelijk initiatief in Londen, losgelaten.
Enerzijds door de hoge kosten die hiermee gepaard gaan en anderzijds, omdat het maatschappelijk onverantwoord is om bij de toenemende leegstand van kantoor- en bedrijfsgebouwen voor nieuwbouw te kiezen. Eerst zou naar de leegstand worden gekeken en bezien of daarin het concept van een Art Factory kan worden ondergebracht.
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Van Weerden Poelmanlaan 4 is de locatie van de ateliers van een paar Amstelveense kunstenaars
Een Art Factory is voor ons een creatieve broedplaats, waar professioneel werkende kunstenaars, maar ook creatieve en culturele ondernemers, elkaar ontmoeten en werken. Hen wordt in het voorgestelde gebouw tegen een concurrerende prijs een werkruimte aangeboden, een gezamenlijke pantry, een gezamenlijke ruime expositieruimte en een ruim educatielokaal, terwijl ook voorzien wordt in een duurzame exploitatiesubsidie ter ondersteuning van de kunstenaars.
In de beleidsnotitie aanpassing atelierbeleid is al aangegeven, dat het college van mening is dat het exploiteren van ateliers geen kerntaak is van de gemeente. Het exploiteren van een dergelijke broedplaats kan efficiënter uitgevoerd worden door een beheersstichting op afstand.
Inmiddels is de gemiddelde leeftijd van de kunstenaars die een atelier huren, gestegen. Dat is niet de bedoeling van het atelierbeleid. In het atelierbeleid van de gemeente is juist ook aandacht voor de startende kunstenaars in het begin van hun loopbaan, die het moeilijk hebben om op de vrije markt een plek te vinden tegen betaalbare voorwaarden. Temeer daar deze groep startende kunstenaars, die niet altijd meer de klassieke disciplines binnen de beeldende kunst beoefenen, in een aantal gevallen juist steeds meer behoefte heeft aan kleinere (betaalbare) atelierruimten.
Wij denken, dat een Art Factory voor deze groep nieuwe mogelijkheden biedt en dat we, gezien de gunstige voorwaarden, waaronder het gebouw op Legmeer ter beschikking kan komen, ook hen een duurzame ateliervoorziening kan worden geboden. Het idee van een gebouw met uitstraling is daarbij niet losgelaten. De verhuurder van het pand ziet geen belemmering in het ‘pimpen’ van het pand, om zo voor de gewenste uitstraling te zorgen.
Daarnaast wijzen wij op het volgende aspect:
In het verleden zijn leegkomende en aan de gemeente vervallen scholen maatschappelijk bestemd, de twee bestaande ateliergebouwen zijn daarvan voorbeelden. Deze gebouwen zijn gedateerd en kostbaar in onderhoud. Bovendien is groot structureel onderhoud niet ver weg. In de huidige financiële omstandigheden is de gemeente voornemens vastgoed dat niet nodig is voor kerntaken af te stoten en kosten voor verbouwing en renovatie te vermijden.
Bij het project Art Factory Legmeer is dan ook met verhuurder gesproken over overname van de voormalige scholen aan de Van Weerden Poelmanlaan en de Amsterdamseweg voor de door een onafhankelijk taxateur getaxeerde waarde. De verhuurder is daartoe bereid en zal naar verwachting op deze plekken woningbouw realiseren. De gemeente wordt hierdoor niet met overtollige leegstand geconfronteerd en de opbrengst kan gestort worden in de algemene reserve ter versterking van de vermogenspositie van de gemeente.
Samengevat:
-Er ontstaat op Legmeer een broedplaats, waar kunstenaars, ook en met name de startende kunstenaars, kunnen werken en samenkomen, met een eigen expositieruimte, tegen zeer redelijke voorwaarden en met een duurzaam perspectief;
-De gemeente heeft geen actieve bemoeienis meer met het beheer van de gebouwen;
-Er wordt 1500 m² aan de leegstand onttrokken en opnieuw nuttig bestemd.
-Er zijn geen meerkosten boven de € 35.000,- die de gemeente nu vanuit beleid in de gebouwen steekt: dit bedrag zou omgezet worden in een subsidie voor de exploiterende stichting in de onrendabele top. Deze subsidie kan duurzaam gefinancierd worden uit de renteopbrengsten bij verkoop van de twee locaties;
De bestaande gebouwen worden afgestoten en de locaties getransformeerd naar woningbouw;
-De vermogenspositie van de gemeente Amstelveen wordt versterkt.
2. Heeft het college overwogen de ateliers zo mogelijk te concentreren op één van de bestaande locaties om op deze wijze één locatie “vrij te spelen”? Welke voor- en nadelen acht het college verbonden aan een dergelijke operatie?
Wij hebben dat overwogen naar aanleiding van een door een kunstenaar ingediend voorstel. De huidige omstandigheden van de locaties laten enerzijds qua schaal en maat van de locaties geen substantiële uitbreiding toe anderzijds is uitbreiding op de Amsterdamseweg geen optie in verband met de monumentenstatus van het pand. Bovendien vraagt de actuele technische toestand van de bestaande gebouwen aanzienlijke investeringen bij een dergelijke oplossing.
3. Bestaan er plannen voor een andere invulling van de locaties Amsterdamseweg en van Weerden Poelmanlaan? Zo ja, welke ontwikkelingen heeft het college dan voor ogen? Zo nee, wat is dan de meerwaarde van de voorgestelde verhuizing?
Zie het antwoord op vraag 1.
4. Indien ontwikkelingen op genoemde locaties financiële voordelen met zich meebrengen, is het college dan bereid een percentage/bedrag van de opbrengsten in te zetten voor een goede huisvesting van de ateliers op een nieuwe locatie? In hoeverre vindt het college dit een billijke oplossing tegen de achtergrond van het feit dat de ambitieuze plannen voor een Art-factory ( inclusief mogelijke expositieruimte) geen doorgang vinden?
Zie het antwoord op vraag 1.
Hoewel het College, vanwege het versterken van het culturele klimaat en de diversiteit van de stad, waarde hecht aan ateliers binnen de gemeentegrenzen, acht het college het ook van belang de vermogenspositie te versterken. Overigens merkten wij al eerder op, dat het idee van een Art Factory met expositieruimte (en hiermee het behoud van ateliers in de stad) langs deze lijn wel degelijk wordt gerealiseerd en ook de huidige subsidie duurzaam gefinancierd kan worden uit de renteopbrengsten van de verkoop.
5. Is het college bereid samen met de Amstelveense kunstenaars uit te zien naar een ander pand, nu de kunstenaars om allerlei redenen (zie de inhoud van de brief) de locatie Bouwerij geen alternatief vinden?
Nee. Wij hebben naar onze mening een zeer reëel voorstel gedaan in het huidige tijdsgewricht, waarmee vele doelen worden gediend. Aan de kunstenaars wordt een goede en duurzame oplossing geboden. Wij denken dat een atelier met een gemiddelde maat van 5 x 8 mtr een heel redelijk formaat is en dat buitenruimte geen essentiële voorwaarde is voor een atelier, mede gelet op het ruime educatieatelier in het pand.
Aan de andere kant staat het de kunstenaars natuurlijk vrij om zich te verenigen en zelf initiatief te nemen richting vastgoedeigenaren om afspraken te maken over het huren van een leegstaand pand. Dergelijke initiatieven vinden ook in andere steden in Nederland plaats.
In het bestek van de noodzakelijke bezuinigingen zullen wij zeker overwegen om de € 35.000, die de gemeente nu nog als tekort bijdraagt in de exploitatie van de ateliergebouwen, te beëindigen, omdat wij dit niet meer als kerntaak beschouwen. Dit zal leiden tot verhoging van de huur van de bestaande ateliers.
Graag willen wij tot slot het volgende opmerken. Er zijn ook huurders van gemeentelijke ateliers die juist razend enthousiast zijn over huisvesting op de voorgestelde locatie. Het realiseren van een Art Factory en in exploitatie geven aan een beheersstichting, kan ook gezien worden als een aanloop naar het realiseren van meer ateliers in leegstaande panden mogelijk deels voor kortere duur of op projectbasis. Als voorbeeld: de atelierbeheersstichting SLAK in Arnhem verwerft zelf tegen zeer laag tarief leegstaande panden die zij hetzij permanent hetzij projectmatig verhuren aan kunstenaars.
In vertrouwen u hiermee voldoende te informeren.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen,
de secretaris, de burgemeester,
mr. R.J.T. Schurink mr. J.H.C. van Zanen