Broeikasgas uitstoot is met 2 % gedaald in 2018 in Nederland
Nieuws -> InformatiefBron: CBS/Wikipedia
09-05-2019
De uitstoot van broeikasgassen in Nederland is in 2018 met 2 % gedaald. De daling hangt samen met de afname van het steenkoolgebruik voor de productie van elektriciteit. De emissie-intensiteit van de Nederlandse economie neemt af. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) samen met RIVM/Emissieregistratie op basis van voorlopige cijfers.
In 2018 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen in Nederland 189,5 miljard CO2-equivalenten, 4,2 miljard CO2-equivalenten (2 procent) minder dan in 2017. Het grootste deel van deze daling (75 procent) hangt samen met een lagere CO2-uitstoot door energiebedrijven. Het overige deel is toe te schrijven aan een krimp van de rundveestapel (minder methaanuitstoot), die samenhangt met de invoering van het fosfaatrechtenstelsel, en aan een kleinere industriële CO2-uitstoot.
Nederland heeft als doelstelling om in 2020 een broeikasgasuitstoot te hebben die 25 procent onder het niveau van 1990 ligt. In 2018 was de uitstoot 14,5 procent lager dan in 1990. Volgens de meest recente cijfers op Europees niveau (2017) is de uitstoot van broeikasgas per inwoner in ons land vrij hoog, 11,3 ton CO2-equivalenten. Dat is 34 procent boven het gemiddelde van de Europese Unie.
CO2-uitstoot energiebedrijven weer op niveau van 2013. Nederland stootte vorig jaar 161 miljard kilo koolstofdioxide (CO2) uit. Dat is 4 miljard kilo (2 procent) minder dan een jaar eerder. De CO2-uitstoot door energiebedrijven daalde van 48 miljard kilo in 2017 naar 45 miljard kilo een jaar later. Daarmee ligt deze uitstoot weer op het niveau van 2013.
De ingebruikname van nieuwe kolencentrales zorgde voor een piek in de CO2-uitstoot in 2015, in de jaren daarna daalde deze uitstoot door het stapsgewijs stilzetten van oude kolencentrales. Het wegvallen van kolenstroom werd in 2018 gecompenseerd door een grotere import van elektriciteit, waarbij de aardgascentrales op hetzelfde niveau bleven doordraaien.
Economie groeit, uitstoot daalt. Vergeleken met drie jaar eerder is de broeikasgasuitstoot in 2018 met 3 procent gedaald. Tegelijkertijd groeide de Nederlandse economie met 8 procent. De emissie-intensiteit van de Nederlandse economie is daarmee met 10 procent afgenomen. De afname hangt deels samen met het sluiten van oude kolencentrales, een toename van het verbruik van hernieuwbare energie, voortdurende energiebesparingen en een groeiend aandeel van de dienstensector in de economie. De emissie-intensiteit van 2018 is hierdoor 44 procent lager dan in 1990.
(Bron CBS - 2019)
Nederland heeft als doelstelling om in 2020 een broeikasgasuitstoot te hebben die 25 % onder het niveau van 1990 ligt. In 2018 was de uitstoot 14,5 % lager dan in 1990
Hoge emissie-intensiteit in Oost-Europa. De emissie-intensiteit van Nederland lag in 2017 iets boven (3 procent) het EU-gemiddelde (257 CO2-equivalenten per 1 000 euro bbp). Zeventien EU-landen, vooral in Oost-Europa, hebben een hogere emissie-intensiteit dan Nederland. Bulgarije heeft de hoogste emmissie-intensiteit van Europa, vier keer hoger dan het EU-gemiddelde. Hoog scorende landen hebben een industriële sector die relatief groot is.
Landen als Frankrijk, Oostenrijk en Zweden scoren laag, vooral omdat zij relatief weinig fossiele brandstoffen gebruiken bij de electriciteitsproductie. In Frankrijk staan veel kerncentrales, Oostenrijk heeft meerdere waterkrachtcentrales en Zweden maakt veel gebruik van zowel kernenergie als waterkracht. De laagste emissie-intensiteit van Europa wordt gehaald in Zweden, de helft van het EU-gemiddelde.
Een broeikasgas is een gas dat stralingsenergie absorbeert en uitzendt binnen het thermische infraroodbereik. Broeikasgassen veroorzaken het broeikaseffect. De belangrijkste broeikasgassen in de atmosfeer van de aarde zijn waterdamp, kooldioxide, methaan, lachgas en ozon. Zonder broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur van het aardoppervlak ongeveer -18 °C zijn, in plaats van het huidige gemiddelde van 15 °C. De atmosfeer van Venus, Mars en Titan bevat ook broeikasgassen.
Menselijke activiteiten sinds het begin van de Industriële Revolutie (rond 1750) hebben geleid tot een stijging van 45% van de atmosferische concentratie van kooldioxide (CO2), van 280 Parts per million (ppm) in 1750 tot 406 ppm begin 2017. Deze stijging heeft plaatsgevonden ondanks de opname van meer dan de helft van de emissies door verschillende natuurlijke 'putten' die betrokken zijn bij de koolstofcyclus. Het overgrote deel van de antropogene kooldioxide-emissies (d.w.z. de emissies die door menselijke activiteiten worden geproduceerd) is afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen, met name steenkool, olie en aardgas, waarbij de extra bijdragen afkomstig zijn van de ontbossing, veranderingen in het landgebruik, bodemerosie en de landbouw (met inbegrip van de veestapel).
Als de uitstoot van broeikasgassen in 2019 in dit tempo doorgaat, kan de oppervlaktetemperatuur van de aarde al in 2047 hoger zijn dan de historische waarden, met mogelijk schadelijke gevolgen voor de ecosystemen, de biodiversiteit en de middelen van bestaan van de mens. Bij de huidige emissiecijfers kunnen de temperaturen tegen 2036 met 2 °C stijgen, wat door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) [Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering] van de Verenigde Naties als de bovengrens is aangewezen om 'gevaarlijke' niveaus te vermijden.