College Amstelveen stelt nota jeugdbeleid vast
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
10-05-2011
De nota jeugdbeleid 2011-2015 richt zich op alle jongeren en gezinnen in Amstelveen. De gemeente Amstelveen wil hen een goede basis bieden en investeert daarom miljoenen in onderwijs, sport, cultuur en vrijetijdsbesteding. Een kleine groep heeft daarnaast extra ondersteuning nodig.
Het college van burgemeester en wethouders hanteert in de nota jeugdbeleid de speerpunten onderwijs, aanpak jeugdoverlast en preventieve jeugdzorg. Naar verwachting behandelt de gemeenteraad de nota in juni 2011.
(Foto Amstelveenweb.com - 2010)
Wethouder Jacqueline Koops (CU)
Voor jongeren tot 23 jaar zijn er tal van voorzieningen in Amstelveen. Het college wil deze voorzieningen graag in stand houden. Wel is zij van mening, dat jongeren en gezinnen zelf meer verantwoordelijkheid moeten krijgen. De gemeente wil hen ruimte bieden om zelf zaken te ontdekken en vorm te geven.
Op het gebied van jeugdzorg gaat de komende jaren veel veranderen. Wethouder Jacqueline Koops (ChristenUnie) van jeugdzorg:’Jeugdzorg is een essentieel onderdeel in de nota jeugdbeleid. Amstelveners kunnen voor al hun zaken terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Er is één aanspreekpunt en dat is een goede zaak. In de toekomst wordt de rol van het CJG nog groter. Het Rijk gaat de jeugdzorg volledig overbrengen naar de gemeenten. Het CJG zal dan hoogstwaarschijnlijk de verwijzing doen. Om tussen 2014 en 2016 een goede overgang te garanderen, zijn we nu al bezig met de eerste voorbereidingen.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Wethouder Herbert Raat (VVD)
Wethouder Herbert Raat (VVD) van Jeugd:’Bij de opstelling hebben we jongeren, sportverenigingen, cultuur- en zorgorganisaties en wijkplatforms betrokken. Kern is dat de gemeente zorgt voor een goede basis. Kwalitatief onderwijs en een veilige openbare ruimte maken hier onderdeel van uit. Daarnaast willen we vooral het initiatief bij jongeren zelf leggen. Kortom minder welzijn, meer eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid’.