Conclusie van de Woonbond op de CPB-doorrekeningen
Nieuws -> InformatiefBron: Woonbond
17-02-2017
Veel politieke partijen willen het mes zetten in de verhuurderheffing, maar in veel gevallen nog te weinig om huren betaalbaar te houden en te zorgen, dat er weer voldoende woningen gebouwd gaan worden. Dat concludeert de Woonbond aan de hand van de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau (CPB).
De verhuurderheffing is een belasting die sociale verhuurders betalen aan het Rijk, waardoor de huren de laatste jaren fors zijn gestegen en de investeringen in nieuwbouw bij corporaties zijn gehalveerd. De voorgestelde plannen om iets tegen de verhuurderheffing te doen zijn in veel gevallen te weinig om waar nodig, de huren te verlagen én voldoende woningen betaalbare huurwoningen te bouwen om het woningtekort op te lossen.
De SP, ChristenUnie en Denk schaffen de verhuurderheffing van 2 miljard af. Andere partijen willen de verhuurderheffing verlagen. Respectievelijk willen de partijen een verlaging verlaging van de heffing van: 0,1 miljard (VNL), 0,2 miljard (PvdA), 0,4 miljard (GroenLinks), 0,5 miljard (CDA). De VVD wil tot 2021 de heffing met 2,7 miljard euro verhogen, waardoor de heffing op 4,7 miljard euro uitkomt. Dat laatste komt overeen met een heffing van € 2.000 per hurend huishouden per jaar.
De Woonbond vindt het problematisch, dat het CPB bij het afschaffen van de verhuurderheffing geen rekening houdt met positieve economische effecten. Het CPB model concludeert, dat het afschaffen van de verhuurdersheffing 0,3% aan bbp kost. Dat bij afschaffing van deze heffing juist geld vrijkomt voor extra investeringen komt niet in het CPB-model terug. Het CPB-model heeft ook geen oog voor de gestegen huurtoeslaguitgaven van ruim 400 miljoen door de invoering van de verhuurderheffing. De besparing op de huurtoeslag door het afschaffen van de verhuurderheffing komt dan ook niet terug in de CPB-doorrekeningen. Vanochtend publiceerden Aedes de vereniging van wooncorporaties en Woonbond een uitgebreidere kritiek op de woningmarktmodellen van het CPB.