Het economisch beeld in Nederland is verder verslechterd
Nieuws -> InformatiefBron: CBS
02-06-2024
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was in mei 2024 negatiever dan in april, meldt het CBS. In de Conjunctuurklok van mei presteerden 11 van de 13 indicatoren slechter dan hun langjarige trend.
De term conjunctuur, of economische situatie verwijst naar de algehele economische situatie, vooral met betrekking tot de huidige positieve of negatieve trend, maar de uitdrukking wordt ook gebruikt voor een bijzonder goede algehele economische situatie (boom), dat wil zeggen wanneer de meeste bedrijven een grote omzet hebben. In economische termen verwijst economische activiteit naar schommelingen in de benuttingsgraad van het productiepotentieel van een economie.
De conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.
(Foto Amstelveenweb.com - 2024)
Een bijna leeg winkelstraat in Winkelcentrum Stadshart Amstelveen in februari 2024
Consumenten negatiever, producenten minder negatief. Consumenten waren in mei een fractie negatiever dan in april. Producenten waren echter in mei wat minder negatief dan een maand eerder. Consumenten- en producentenvertrouwen lagen onder het gemiddelde van de afgelopen 20 jaar.
Consumptie huishoudens groeit, export en investeringen krimpen. In maart 2024 hebben huishoudens 0,4 % meer goederen en diensten gekocht dan in maart 2023 (voor prijsveranderingen en koopdagpatroon gecorrigeerd). Ze kochten meer diensten, maar iets minder goederen. Het volume (werkdaggecorrigeerd) van de goederenexport was in maart 5,9 % kleiner dan in maart 2023. Vooral de uitvoer van voedings- en genotmiddelen, chemische producten, elektrotechnische producten en machines was lager dan een jaar eerder. In maart 2024 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 8,6 % kleiner dan een jaar eerder. Dat komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd in gebouwen. Ook de investeringen in infrastructuur en machines waren lager dan een jaar eerder.
Productie industrie 6 % lager in maart. De kalendergecorrigeerde productie van de Nederlandse industrie was in maart 6,0 % lager dan in maart 2023. Ook in de voorgaande acht maanden kromp de productie op jaarbasis. Voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerd daalde de productie in maart met 1,5 % ten opzichte van februari. In april zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 20 meer bedrijven failliet verklaard dan in maart. Dat is een stijging van 6 %.
Prijzen koopwoningen 7,5 % hoger in april. In april 2024 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 7,5 % hoger dan in april 2023. Ten opzichte van maart 2024 stegen de prijzen in april met 1,0 %. Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2024 in totaal bijna 3,7 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,4 % meer dan een kwartaal eerder. Het aantal werklozen is in de afgelopen drie maanden toegenomen, met gemiddeld 2 duizend per maand. In april waren er 375 duizend mensen werkloos, dat is 3,7 % van de beroepsbevolking. Na zes kwartalen van afname is het aantal vacatures in het eerste kwartaal van 2024 licht toegenomen. Aan het einde van het eerste kwartaal stonden er 411 duizend vacatures open, bijna duizend meer dan eind december. De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het vierde kwartaal 2023 met 1,1 % in vergelijking met een kwartaal eerder.
Bbp daalt met 0,1 % in eerste kwartaal 2024. Volgens de eerste berekening van het CBS daalde het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal 2024 met 0,1 % ten opzichte van het vierde kwartaal 2023. De lichte daling van het bbp in het eerste kwartaal is vooral toe te schrijven aan de export van goederen en aan een grotere onttrekking aan de voorraden. De daling van de exportgoederen hangt samen met de krimp van de industrie.