Het kabinet investeert fors extra geld in defensie, klimaat, en (jeugd)zorg
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
28-05-2019
De Voorjaarsnota 2019 is de eerste rapportage van het kabinet over de uitvoering van de begroting 2019. Het kabinet geeft hierin een overzicht van de wijzigingen van de begroting voor het lopende begrotingsjaar ten opzichte van Miljoenennota 2019. Deze bijstellingen zijn gebaseerd op nieuwe macro-economische ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) en inzichten over de begrotingsuitvoering van alle ministeries.
Het kabinet steekt fors extra geld in defensie, klimaat, en (jeugd)zorg. Ook trekt het extra geld uit voor de rechtspraak, voor het onderwijs en vangt het de financiële gevolgen op van het eerder genomen besluit om nog sneller dan vorig jaar gepland minder gas te winnen uit de Groninger gasvelden. Dat staat in de Voorjaarsnota (pdf 20 pagina’s) die minister Hoekstra van Financiën op 27 mei 2019 aan de Kamer heeft aangeboden.
Ook blijkt uit de Voorjaarsnota dat het overheidssaldo naar verwachting in 2019 iets minder goed uit pakt dan bij Miljoenennota voorzien. In september was de verwachting nog dat er een overschot van 1 procent van het bbp zou zijn, nu is de verwachting 0,9 procent voor 2019. De schuld komt zoals nu verwacht net niet onder de 50 procent. Bij Miljoenennota was de verwachting nog dat deze op 49,6 procent uit zou komen (nu 50,1).
(Foto Nia Palli/Ministerie van Financiën - 2017)
mr. Wopke Hoekstra (CDA) minister van Financiën
Dit komt vooral doordat de verwachtingen van de groei van de economie omlaag zijn bijgesteld. Bij Miljoenennota was de verwachting van de economische groei nog 2,6 procent, bij Voorjaarsnota 1,5 procent. De economie keert daarmee terug naar een gematigder groei die volgens het CPB gebruikelijk is voor de Nederlandse economie op de lange termijn. Ook de werkloosheid lijkt iets hoger te gaan uitkomen dan een half jaar geleden gedacht. Die wordt geraamd op 3,8 procent.
Voor de capaciteitsdoelstellingen van de NAVO trekt het kabinet de komende jaren extra geld uit. Dat loopt op tot 461 miljoen euro in 2024. Structureel komt er 162 miljoen euro extra bij. Voor het klimaatakkoord is er voor dit jaar 400 miljoen euro gereserveerd, daarna 110 miljoen per jaar. Voor de jeugdzorg wordt dit jaar 420 miljoen euro extra uitgetrokken en de twee jaar daarna 300 miljoen euro per jaar. De GGZ krijgt er structureel 95 miljoen euro bij, beginnend met 50 miljoen in 2019. Omdat er meer leerlingen en studenten zijn dan eerder geraamd krijgt het onderwijs er 55 miljoen euro bij. Structureel steekt het kabinet nog eens 41 miljoen euro in bèta- en techniekopleidingen. Voor de herbeoordelingen van het kinderpardon is eenmalig 13 miljoen euro beschikbaar, voor de asielketen 100 miljoen per jaar. De Inspectie voor de Leefomgeving krijgt structureel 15 miljoen euro extra.
Het kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken hoeveel het uit mag geven. Dat moet onder een zogeheten uitgavenplafond blijven. De extra investeringen kunnen conform de gemaakte begrotingsafspraken worden ingepast doordat elders op de begroting ruimte is ontstaan (in totaal 1,5 miljard euro). De ruimte komt vooral voort uit meevallers en ramingsbijstellingen bij de zorguitgaven, lager uitvallende rentelasten, meevallende EU-afdrachten en hogere dividendafdrachten van staatsdeelnemingen.
Minister Hoekstra vindt het mooi dat het is gelukt om op heel veel verschillende terreinen problemen aan te pakken. 'We kunnen extra geld uitgeven aan belangrijke zaken. Bijvoorbeeld om de grotere studenten- en leerlingenaantallen te compenseren, voor de extra kosten van het kindgebondenbudget, voor de rechtsspraak en er is extra geld voor de klimaatdoelen. Maar ook om de GGZ en de jeugdzorg te verbeteren, om dichter bij de NAVO-doelstelling te komen, om het onderwijs en de wetenschap te verbeteren. Dat is goed voor de samenleving en we kunnen het betalen zonder extra schulden te maken.'