Najaarsnota 2016: ontvangsten 4,3 miljard euro hoger dan verwacht
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
25-11-2016
De belasting- en premieontvangsten vallen in 2016 4,3 miljard euro hoger uit dan op Prinsjesdag werd verwacht, dankzij hogere inkomsten bij de vennootschapsbelasting (vpb), de inkomstenbelasting en de omzetbelasting (btw). Dit komt onder meer, doordat het economisch beter gaat. Dit schrijft minister Dijsselbloem van Financiën in de Najaarsnota, die een actualisatie geeft van de inkomsten en uitgaven in 2016.
Begrotingstekort en overheidsschuld. Het begrotingstekort (EMU-saldo) komt in 2016 naar verwachting uit op -0,4% van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is een verbetering van 0,7 procentpunt ten opzichte van de raming in de Miljoenennota 2017. Vooral de hogere geraamde inkomsten zorgen voor een verbetering van het geraamde tekort in 2016. De recente verkoop van 65 miljoen aandelen ABN Amro levert de staat 1,3 miljard euro op, waarmee het Rijk aflost op de schuld. De EMU-schuld bedraagt eind 2016 naar verwachting 63% van het bbp. De EMU-schuld komt hiermee 0,4 procentpunt lager uit dan het kabinet in de Miljoenennota 2017 van uitging.
(Bron Rijksoverheid - 2015)
Jeroen Dijsselbloem (PvdA) minister van Financiën
Lagere asielinstroom. Door de lagere asielinstroom worden ook de uitgaven aan de eerstejaarsopvang verlaagd. Dat zorgt ervoor, dat 460 miljoen euro - verdeeld over 2016 en 2017 - wordt teruggeboekt naar Ontwikkelingssamenwerking (OS). Dit bedrag moet worden ingezet om binnen de begroting de neerwaartse bijstelling op het OS budget op te vangen, vanwege de verandering in de omvang van de economie (BNI). Daarbovenop gaat in totaal 48 miljoen euro naar het Noodhulpfonds van OS als gevolg van een correctie in de toerekening voor de eerstejaarsasielopvang in de periode 2015-2017.
EU-afdracht. Nederland krijgt een korting van in totaal 2,8 miljard euro op de afdrachten aan de Europese begroting over de periode 2014-2016. Deze korting komt niet, zoals eerder geraamd in 2016, maar in 2017. Dat leidt tot een tegenvaller in 2016, maar daar staat tegenover een meevaller in 2017. Voor het begrotingstekort heeft dit geen gevolgen, omdat niet het ontvangstmoment van belang is, maar het moment waarop het Europees Parlement de aanvullende begroting goedkeurt. Vermoedelijk gebeurt dat in 2016. Dit is meegenomen in de raming van het EMU-saldo.