Rekenkameronderzoek naar effectiviteit jongerenbeleid van Amstelveen
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
29-06-2017
Sinds januari 2015 is de gemeente Amstelveen verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg en de jeugdhulp. De rekenkamercommissie gaat de effectiviteit van het jongerenbeleid van de gemeente onderzoeken. Ook wordt onderzocht welke handvatten er zijn voor de gemeenteraad om dit beleid te verbeteren vanuit zijn kaderstellende en controlerende rol.
De gemeente wil, dat kinderen gezond en veilig opgroeien en zich maximaal ontwikkelen en ontplooien. Ook wil de gemeente de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van ouders/opvoeders en kinderen versterken. Daarnaast zet de gemeente in op het versterken van de sociale samenhang om zo de informele ondersteuning vanuit het sociale netwerk te vergroten.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Jeroen Brandes (PvdA) wethouder Jeugdzorg
Bij de uitvoering van het jongerenbeleid spelen veel partijen een rol, die niet altijd even goed samenwerken. Zo zitten er bijvoorbeeld jongeren thuis zonder werk, zonder startkwalificatie en zonder dat ze bekend zijn bij instanties als het UWV, de gemeente of het ROC. Dat roept vragen op over de aanpak van werkzoekende jongeren.
De gemeenteraad heeft aangegeven onderzoek te willen naar de decentralisaties in het sociaal domein, het subsidiebeleid en het jongerenbeleid. Dit wordt nu gecombineerd in één onderzoek. Met dit onderzoek wil de rekenkamercommissie zich richten op de effectiviteit van het jongerenbeleid. Het onderzoek moet onder andere antwoord geven op de vragen:
-Hoe is het jongerenbeleid binnen het sociaal domein vormgegeven?
-Wie zijn bij het beleid betrokken en hoe worden de doelgroepen bereikt?
-Welke subsidies worden vanuit dit beleid verstrekt, welke resultaten worden daarmee geboekt? Hoe worden de subsidies verantwoord?
-Worden de beleidsdoelstellingen bereikt?
-Welke verbeteringen zijn mogelijk?
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het bureau I&O Research en is eind juni 2017 gestart en duurt naar verwachting een half jaar.
De eerste meting, nadat taken in de zorg zijn gedecentraliseerd naar de gemeenten, wijst uit, dat Nederlanders die in 2015 cliënt waren in het sociaal domein minder tevreden zijn over de ontvangen zorg dan in 2014. Een op de vijf Nederlanders (18%) ontving zelf hulp, of zorg in het sociaal domein. De waardering voor deze zorg daalde van een 7,7 naar een 7,3. Nog steeds ruim voldoende, maar het betekent een significante daling van 0,4 punten. Het aandeel van alle Nederlanders, dat tevreden is over de zorg van instellingen en de overheid daalde van 37% naar 30%.
Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research (pdf) in samenwerking met Zorg+Welzijn. I&O Research voerde de nulmeting uit in december 2014 en de 1ste meting in mei 2015. In de nulmeting werkten 9.055 en in de 1ste meting 7.051 respondenten mee aan het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in het I&O Research Panel, het online access panel van I&O Research. Het I&O Research Panel is geworven op basis van aselecte personen- en huishouden-steekproeven op traditionele manier (geen zelfaanmelding).