Stemmig Jom Hasjoa herdenking 2025 in Amstelveen
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
25-04-2025
Mooie ingetogen Jom Hasjoa herdenking werd op 24 april 2025 gehouden bij het monument 'Nooit meer teruggekomen' aan de Prins Bernhardlaan in Amstelveen. Wereldwijd werden de 6 miljoen Joden herdacht die tijdens de Holocaust werden vermoord.

(Foto Gemeente Amstelveen - 2025)
Tjapko Poppens burgemeester van Amstelveen plaatst een herdenkingskrans bij het monument 'Nooit meer teruggekomen' aan de Prins Bernhardlaan in Amstelveen op 24 april 2025
David Simon, voorzitter van de Stichting Vrienden van Yad Vashem en burgemeester Poppens hebben het woord gevoerd. Sacha van Ravenswade had de gebeden voordragen. Mariëtte Landheer speelde op cello.
De organisatie van de herdenking was in Amstelveen in handen van Stichting Zikna en Amstelveen Oranje. David Serphos namens de organisaties begeleidde de herdenking. Yad Vashem (letterlijk: ‘hand/gedenkteken en naam’) staat in Jeruzalem en is het officiële monument van Israël voor het herdenken van de Joodse slachtoffers van de Holocaust.
Toespraak van David Serphos t.g.v. de Jom Hasjoa herdenking
Volgende maand zal het 80 jaar geleden zijn dat een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog en daarmee aan de systematische vervolging en moord, de weergaloze genocide op de Joodse gemeenschap in Europa, waaronder in Nederland.
De geschiedschrijving van de Sjoa is 80 jaar na dato nog niet af. Na gedegen onderzoek zal dit jaar de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amstelveen en de lotgevallen van de Amstelveense Joden tijdens de oorlog worden gepubliceerd. Het onderzoek en het boek zijn van de hand van Prof. dr. Bart Wallet, die in opdracht van Amstelveen Oranje en gefinancierd door de Gemeente Amstelveen o.a. de geschiedenis van hen die werden vermoord, gered dan wel na erbarmelijke jaren van onderduik, dwangarbeid en uitputting in concentratiekampen terugkwamen, op papier heeft gesteld. De geschiedenis van Amstelveen in de 20ste eeuw en met name de oorlogsjaren is niet compleet zonder dit werk.
Het onderzoek heeft tot de conclusie geleid dat de lijst van 166 namen op dit monument niet volledig is. Dit komt doordat de gebruikte ijkpunten verschillend zijn. Voor het monument is het uitgangspunt geweest de lijsten met namen van alle in 1942 in de gemeente woonachtige Joden, zoals deze door gemeentelijke ambtenaren is voor de Duitsers is opgesteld. Wallet beschrijft echter onder meer ook de lotgevallen van hen die al vóór 1942 als slachtoffers van het regime zijn omgekomen, in Westerbork geboren kinderen van Amstelveense Joden, zij die suïcide pleegden dan wel in de onderduik zijn overleden dan wel die op de vlucht voor de Duitsers buiten Europa stierven. Deze andere uitgangspunten leiden tot een langere lijst van dodelijke slachtoffers die het ook verdienen genoemd te worden. Samen met de gemeente wordt gewerkt aan een passende aanvulling die in de loop van dit jaar op deze plek zal worden gerealiseerd.
Aan deze lange rij zullen de namen worden toegevoegd van:
Abraham Abendana Namias, 81
Ruth Eigenfeld, 11 maanden
Catharina van Engers-Levinson, 72
Abraham Gompers, 79
Samuel Gompers, 46
Esther Gompers-Moscoviter, 50
Wilhelmina Gompers, 24
Jacques Gompers, 22
Jansje Gompers, 20
Abraham Samuel Gompers, 19
Minna Jacob-Jonas, 79
Ruth Jacob, 10 jaar
Sara Elise Landauer-Zivi, 74
Friederike Lenzberg-Jessurun, 78
Hermann Meyer, 50
Jetje Nieuweg-Nieuweg, 47
Annette Clara Okker, 30
Marjorie Rosieta Paërl-Polak, 25
Kurt Siegmund Hermann Robert Prenzlau, 52
Helene Rosenfeld, 34
Alfred Sander, 29
Izaak Salomon Sluizer, 39
Hedwig Henriette Strauss-Ditisheim, 48
Paul Alfred Vles, 2 jaar oud.
Hun nagedachtenis zij tot zegen.
We leven in een moeilijke wereld, één die de afgelopen jaren en ook de afgelopen maanden drastisch aan het veranderen is. Dichtbij woedt oorlog, en voor veel van de aanwezigen is de oorlog nooit ver weggeweest. Velen van ons kennen mensen die een kind of kleinkind hebben dat vandaag dient om het bestaansrecht van de enige Joodse Staat in de wereld te verdedigen tegen hen die deze staat en de Joden haten.
Het monster dat antisemitisme wordt genoemd - Jodenhaat - steekt weer - vaak verhuld, maar steeds vaker apert - de kop op in het Westen, in ontwikkelde Eerste Wereldlanden, ook in Nederland.
Als het om antisemitisme gaat, lijkt het wel of het de Joodse gemeenschap is die aan de bel moet trekken. Het is echter juist aan de bredere samenleving om de signalen van racisme te herkennen en zich uit te spreken. Maar al te vaak wordt het “Ja, maar” gebezigd om de haat goed te praten of de ernst af te zwakken. Dat is in het gunstigste geval wegkijken en lafheid en in het ergste geval medeplichtigheid. Deze voorloper van uitsluiting en vervolging, zoals die al duizenden jaren periodiek plaatsvindt, moet ondubbelzinnig de kop in worden gedrukt. Kijk er niet voor weg, zeg ik hier vandaag tegen onze Amstelveense buren en bestuurders. Kijk niet alleen naar wat er in de wereld gebeurt, maar zeker ook naar de haat in onze eigen steden.
De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat het onheil begon met woorden en met het wegzetten van Joden vanwege hun identiteit. Anno 2025 zijn de woorden, op TV, in de krant, op de radio en op sociale media opnieuw vol haat tegen Joden. Laat de harde lessen van de geschiedenis niet voor niets zijn geweest.
Jom Hasjoa? Yom Hazikaron Lashoah Ve-lag'vurah (Hebreeuws: יום הזיכרון לשואה ולגבורה, lit. 'Holocaust en heldendom Dodenherdenkingsdag), bekend als Holocaust Remembrance Day, of Holocaust Day, wordt gevierd als de herdenkingsdag van Israël voor de ongeveer zes miljoen Joden die in de Holocaust zijn vermoord door nazi-Duitsland en zijn medewerkers, en voor het Joodse verzet in die periode. In Israël is het een nationale herdenkingsdag. De eerste officiële herdenkingen vonden plaats in 1951, en de viering van de dag was verankerd in een wet die in 1959 door de Knesset werd aangenomen. Het wordt gehouden op 27 Nisan (dat valt in april of mei), tenzij de 27ste grenst aan naar de joodse sabbat, in welk geval de datum een dag wordt verschoven.

(Foto Amstelveenweb.com - 2020)
De roestvrijstalen replica van een deels opengevouwen briefje, dat onderweg van kamp Westerbork naar concentratiekamp Auschwitz uit de trein werd gegooid in 1943 op de wand van het oorlogsmonument in Amstelveen. Het monument draagt de namen van de 166 Joodse inwoners die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord
Over het monument. Het monument 'Nooit Meer Teruggekomen' is een ontwerp van de Amstelveense Piet Cohen (84) en werd uitgevoerd door de firma Singeling in Wormerveer. Het bestaat uit twee geïntegreerde onderdelen: een uit Cortenstaal opgetrokken wand met daarop de namen en leeftijden van 166 mannen, vrouwen en kinderen die de Jodenvervolging met de dood moesten bekopen. Op de wand leunt een roestvrijstalen replica van een deels opengevouwen briefje dat onderweg van Westerbork naar Concentratiekamp Auschwitz uit de trein werd gegooid, zoals zo veel briefjes die tussen hoop en wanhoop werden geschreven.